Misschien heeft u er wel eens eentje op uw huid gevonden: een klein zwart spinnetje dat zich vastklemt in uw huid. Een teek. Vaak merkt u er weinig van, maar een beet van dit beestje kan vervelende gevolgen hebben – vooral als u de ziekte van Lyme oploopt. Wat kunt u zelf doen om risico’s te beperken en hoe herkent u de signalen?
Waar en wanneer loopt u risico?
Teken komen in Nederland steeds vaker voor. Ze leven in bossen, parken, tuinen en duingebieden – overal waar het vochtig en groen is. De piek ligt tussen maart en oktober, wanneer het warmer is dan 7 graden. Als u graag wandelt, tuiniert of buiten recreëert, is de kans aanwezig dat u met een teek in aanraking komt.
Deze kleine diertjes hechten zich vast aan de huid van mensen en dieren om bloed te zuigen. Ze kruipen via uw schoenen of kleding omhoog en nestelen zich vaak in warme, zachte huidplooien zoals de knieholtes, liezen, oksels, nek of achter de oren.
De ziekte van Lyme: een onderschat gevaar
Lang niet elke tekenbeet leidt tot ziekte. Maar ongeveer één op de vijf teken in Nederland draagt de bacterie Borrelia burgdorferi bij zich. Deze bacterie kan de ziekte van Lyme veroorzaken – een aandoening die begint met milde klachten, maar kan uitgroeien tot ernstige gezondheidsproblemen als die niet op tijd wordt herkend en behandeld.
De eerste signalen zijn vaak vaag: vermoeidheid, spierpijn, koorts of een grieperig gevoel. Maar het meest kenmerkend is een rode ring of vlek rondom de beetplek, die zich langzaam uitbreidt. Deze huiduitslag – erythema migrans – verschijnt meestal binnen 1 tot 3 weken. Zonder behandeling kan de bacterie zich door uw lichaam verspreiden en later zorgen voor zenuwpijn, gewrichtsklachten, hartritmestoornissen of concentratieproblemen.
Gelukkig geldt: hoe eerder u ingrijpt, hoe beter de vooruitzichten. Een antibioticakuur in een vroeg stadium is doorgaans voldoende om Lyme volledig te genezen.
Wat kunt u zelf doen?
Teken zijn klein, snel en vaak niet direct voelbaar. Maar met een paar eenvoudige gewoontes kunt u uzelf goed beschermen:
Hoe u het risico op een tekenbeet verkleint:
- Blijf op wandelpaden en vermijd hoog gras en struikgewas.
- Draag dichte kleding, stop uw broek in uw sokken.
- Controleer na elke buitenactiviteit uw huid grondig.
- Let extra op plekken waar teken zich graag vastbijten: knieholtes, liezen, oksels, hals, onder borsten of bij de haargrens.
Heeft u een teek gevonden? Verwijder deze dan zo snel mogelijk met een tekentang of een fijn pincet. Zet het pincet zo dicht mogelijk op de huid, bij de kop van de teek. Trek hem rustig recht omhoog, zonder te draaien. Ontsmet daarna de beetplek en noteer datum en locatie.
Wanneer moet u extra alert zijn?
Niet elke beet is reden tot zorg, maar let de weken na een beet goed op. Neem contact op met uw huisarts als u:
- Een rode kring of vlek ziet die groter wordt.
- Last krijgt van vermoeidheid, koorts, spier- of gewrichtspijn.
- Hoofdpijn of een stijve nek ervaart.
- Hartkloppingen, tintelingen of uitval van spieren merkt.
Al deze klachten kunnen op een (beginnende) infectie met de Lyme-bacterie wijzen. Hoe eerder de arts dit signaleert, hoe beter u geholpen kunt worden.
Belangrijk om te onthouden:
- Verwijder een teek binnen 24 uur: dit verkleint het risico op Lyme aanzienlijk.
- Niet elke teek is besmet, maar het is wél altijd belangrijk om alert te zijn.
- Gebruik geen alcohol, olie of andere middelen op de teek vóór het verwijderen: dat verhoogt het besmettingsrisico.
Tot slot
Teken zijn een feit van het buitenleven geworden. Dat hoeft u er niet van te weerhouden om te blijven genieten van natuur, tuin of wandelingen – integendeel. Maar een beetje voorzorg en alertheid maken het verschil tussen een onschuldige beet en langdurige gezondheidsklachten. Controleer uzelf, weet wat u moet doen en vertrouw op uw gevoel. Zo blijft u veilig én buiten actief.