Na uw zestigste kan het lastig zijn om een gezond lichaam te behouden, en vetpercentage speelt daarbij een belangrijke rol. Vaak horen we dat we ‘in vorm’ moeten blijven, maar wat betekent dat precies als we het over lichaamsvet hebben?
Lichaamsvet heeft een aantal essentiële functies die cruciaal zijn voor een gezond lichaam. Het is niet zomaar een overtollige stof die we moeten vermijden, integendeel.
Vet dient als:
- Energieopslag: Het lichaam slaat overtollige calorieën op in de vorm van vet. Op die manier kan het later kan worden gebruikt als energie wanneer voedsel schaars is of tijdens fysieke inspanning.
- Bescherming van organen: Vet vormt een beschermende laag rond vitale organen zoals het hart, de nieren en de lever. Deze zijn daardoor minder kwetsbaar voor letsel.
- Warmteregulatie: Vet helpt het lichaam de temperatuur te reguleren door warmte vast te houden. Dit is met name belangrijk voor ouderen, die vaak een grotere gevoeligheid voor kou ontwikkelen.
- Hormoonproductie: Vetweefsel speelt een rol bij de productie van hormonen zoals oestrogeen, dat ook na de menopauze van belang blijft.
Gevaren van te veel of te weinig vet
Net zoals te veel lichaamsvet nadelige gevolgen heeft, is ook een tekort aan vet niet zonder risico’s.
- Te veel vet: Overtollig lichaamsvet kan leiden tot een reeks gezondheidsproblemen, waaronder hart- en vaatziekten, diabetes type 2 en hoge bloeddruk. Vooral visceraal vet (het vet dat zich rondom de organen ophoopt) verhoogt het risico op deze aandoeningen. Naarmate we ouder worden, is de kans groter dat we overtollig vet opslaan in deze gevaarlijke gebieden. Bovendien kan overgewicht de gewrichten extra belasten, wat kan leiden tot artritis of rugklachten.
- Te weinig vet: Hoewel minder vet vaak wordt geassocieerd met een gezond uiterlijk, kan een te laag vetpercentage even schadelijk zijn. Vet speelt een belangrijke rol bij de aanmaak van hormonen, en een tekort kan leiden tot hormonale disbalans, botontkalking (osteoporose) en een verzwakt immuunsysteem. Vooral vrouwen lopen het risico op botverlies als ze te weinig vet hebben, wat kan leiden tot breuken.
Wat is een gezond vetpercentage voor 60-plussers?
De hoeveelheid vet die als ‘gezond’ wordt beschouwd, verschilt op basis van leeftijd en geslacht. Met het ouder worden, vertraagt het metabolisme en neemt de spiermassa af, wat de verhouding tussen vet en spiermassa kan verstoren.
Over het algemeen geldt voor mensen boven de 60 jaar dat een vetpercentage van:
– Voor mannen: Tussen de 18% en 24% als gezond wordt beschouwd.
– Voor vrouwen: Een gezond vetpercentage ligt tussen de 25% en 31%.
Maakt het uit of u een man of een vrouw bent?
Ja, het maakt zeker uit of u een man of een vrouw bent wanneer we het hebben over vetpercentage. Vrouwen hebben van nature meer vet dan mannen, omdat dit nodig is voor reproductieve functies en hormonale processen. Zelfs na de menopauze, wanneer de oestrogeenproductie afneemt, blijft een hoger vetpercentage voor vrouwen gezond in vergelijking met mannen.
Daarnaast slaat het lichaam van mannen en vrouwen vet op verschillende plaatsen op. Mannen hebben de neiging om meer vet rondom hun buik op te slaan (visceraal vet), wat hen vatbaarder maakt voor hart- en vaatziekten. Vrouwen slaan over het algemeen meer vet op rond de heupen, dijen en billen, wat minder schadelijk is voor de gezondheid.
Een gebalanceerd vetpercentage
Voor 60-plussers draait het niet om een ‘perfect’ lichaam, maar om gezondheid en vitaliteit. Een gezond vetpercentage kan helpen bij het voorkomen van ziekten, het behouden van energie en het ondersteunen van een actief leven. Zowel te veel als te weinig vet brengt gezondheidsrisico’s met zich mee, en het is daarom belangrijk om in balans te blijven. Kortom, hoewel het vetpercentage met de jaren toeneemt, is het voor uw gezondheid belangrijk dit binnen een gezond bereik te houden. Dit kan door middel van een evenwichtige voeding en regelmatige beweging. Blijf vooral in contact met uw arts om te bepalen wat voor u het ideale vetpercentage is en welke methoden het beste werken om dit te monitoren. Zo houdt u uw lichaam en geest gezond, ook op oudere leeftijd.
Hoe berekent u uw vetpercentage?
Uw vetpercentage is de verhouding tussen de hoeveelheid vet in uw lichaam en uw gewicht. U kunt dit laten meten door een arts of zelf doen, met behulp van speciale apparatuur. Denk aan een speciale weegschaal of een huidplooimeter (ook wel caliper genoemd). Deze huidplooimeter kan analoog, maar ook digitaal zijn. U pakt een huidplooi in uw middel, u houdt deze huidplooi tussen de uiteinden van de huidplooimeter en dan krijgt u een indicatie van uw vetpercentage.