Een onschuldig kuchje kan uitgroeien tot een groot probleem als het niet overgaat. Chronisch hoesten is niet alleen vermoeiend, maar kan ook uw sociale leven ernstig beïnvloeden. Longarts dr. Jan Willem van den Berg, die zich al jaren inzet voor mensen met langdurige hoestklachten, biedt hoop voor patiënten met deze slopende aandoening.

Wanneer wordt een hoest chronisch?

Een kuchje begint vaak als iets kleins. U probeert uw keel te verzachten met een dropje, hoestdrank of honing, of u besluit te stomen. Wanneer de hoest echter aanhoudt, worden deze huis-, tuin- en keukenmiddelen steeds minder effectief. Na acht weken spreken we officieel van chronische hoest. Toch wachten mensen gemiddeld meer dan acht jaar voordat ze gespecialiseerde hulp zoeken, zo vertelt dr. Van den Berg.

Eerste stappen bij de huisarts

Wanneer u uw huisarts bezoekt, zal deze allereerst kijken naar mogelijke oorzaken zoals roken, medicijngebruik, astma, ontstekingen in de bijholtes of maagzuurproblemen. Veel van deze oorzaken zijn gelukkig goed te behandelen met bijvoorbeeld een inhalator of een kortdurende medicatiekuur. Tegenwoordig zijn artsen terughoudender met het voorschrijven van maagzuurremmers. Uit recent onderzoek blijkt dat hoesten zonder andere maagzuurklachten vaak niet door ‘stil maagzuur’ wordt veroorzaakt.

Wat als er geen oorzaak wordt gevonden?

Wanneer er geen duidelijke oorzaak naar voren komt, kan het lijken alsof u er maar mee moet leren leven. Dat is een misvatting, stelt dr. Van den Berg. Chronisch hoesten heeft vaak een grotere impact dan men zich realiseert. Het kan uw energie uitputten, uw nachtrust verstoren en uw sociale leven beperken. Daarnaast kunnen fysieke ongemakken, zoals urineverlies tijdens hoestbuien, een rol spelen.

De rol van de hoestpolikliniek

Als u wordt doorverwezen naar een hoestpolikliniek, zoals die in Isala Zwolle, begint het traject met een uitgebreide vragenlijst. Tijdens het consult bespreekt de arts uw antwoorden en voert een reeks onderzoeken uit, waaronder röntgenfoto’s, bloedtesten en longfunctietesten. In sommige gevallen wordt aanvullend onderzoek gedaan, zoals een bronchoscopie of een zuurmeting in de slokdarm. Met deze grondige aanpak kan in de meeste gevallen een behandelbare oorzaak worden vastgesteld of uitgesloten.

Wat als er geen medische oorzaak is?

Wanneer er geen aanwijsbare medische oorzaak wordt gevonden, blijkt vaak dat uw hoestzenuw overprikkeld is geraakt. Dit betekent dat u reageert op prikkels waar anderen geen last van hebben, zoals geuren, temperatuurwisselingen of lachen. Hoewel dit aanvankelijk ontmoedigend kan klinken, biedt het ook duidelijkheid: u weet eindelijk wat er speelt.

Behandelopties voor een overspannen hoestzenuw

Logopedie kan effectief zijn bij het behandelen van een overgevoelige hoestzenuw. Hierbij leert u onder begeleiding van een specialist anders ademhalen en slikken, waardoor de prikkels minder invloed hebben. Hoestpoliklinieken werken vaak samen met gespecialiseerde logopedisten en bieden bovendien trainingen op dit gebied.

Een nieuw medicijn tegen chronisch hoesten

Tot voor kort waren medicijnen tegen chronisch hoesten vaak belastend door bijwerkingen zoals sufheid en duizeligheid. Een nieuwe medicatie, die specifiek gericht is op het blokkeren van de hoestzenuw, brengt daar verandering in. Dit medicijn veroorzaakt geen slaperigheid en heeft als enige bijwerking een mogelijke smaakstoornis. Meestal verdwijnen deze effecten zodra u stopt met de medicatie. Het goede nieuws is dat u dit middel vaak maar drie maanden nodig heeft om de hoestzenuw tot rust te brengen.

Hoestpoliklinieken in Nederland

Naast de hoestpolikliniek in Isala Zwolle zijn er ook gespecialiseerde centra in Geldrop en Delft. Dit jaar is zelfs een nieuw centrum geopend in Leuven. Dr. Van den Berg, die in 2004 de eerste hoestpolikliniek in Nederland oprichtte, speelt een belangrijke rol in het ontwikkelen van nieuwe inzichten en richtlijnen op het gebied van chronische hoest.

Dankzij deze vooruitgang wordt chronische hoest steeds meer erkend als een aandoening op zichzelf, en niet slechts als symptoom van andere ziekten. Voor patiënten betekent dit dat er steeds meer hoop is op verlichting.