U kunt last krijgen van een triggerfinger, een veelvoorkomende aandoening. Maar wat houdt een triggerfinger precies in? Als u een triggerfinger heeft, kunt u een vinger of duim niet meer soepel buigen of strekken. In ernstigere gevallen kan de betreffende vinger zelfs krom blijven staan.

Iedereen kan een triggerfinger ontwikkelen, maar deze aandoening komt vaker voor bij vrouwen, mensen tussen de 40 en 70 jaar en mensen met suikerziekte, reuma of jicht.

Hoe ontstaat een triggerfinger?

Een triggerfinger of triggerduim ontstaat door een zwelling in een van de buigpezen van de vingers. Deze zwelling wordt veroorzaakt door irritatie of ontsteking. Bij het bewegen van de vingers moeten de buigpezen soepel door een peesschede glijden, een soort tunnel. Als de verhouding tussen de grootte van de pees en de tunnel verstoord raakt, kan de pees niet meer vlot glijden en vast komen te zitten. De beweging lijkt dan op het overhalen van de trekker van een pistool, vandaar de naam triggerfinger. Vaak gaat deze beweging gepaard met een knakkend gevoel of geluid. Bij een poging tot strekken kan iets soortgelijks gebeuren in tegenovergestelde richting.

Symptomen van een triggerfinger

Als u pijn ervaart in uw vinger of duim, kan een triggervinger de oorzaak zijn. Een triggervinger begint vaak met een ongemakkelijk gevoel aan de basis van de vinger of duim. Het wordt moeilijk om de vinger te buigen en strekken, wat leidt tot pijn of ongemak. Door kracht te zetten, kunt u mogelijk de vinger verder buigen of strekken, maar soms is hulp van de andere hand nodig. Bij ernstigere gevallen kan de vinger krom blijven staan.

 

Vaak in een vinger 

Er kan ook een bobbeltje aan de binnenkant van de hand ontstaan, dat heen en weer kan schuiven bij het buigen of strekken van de vinger. Het indrukken van dit bobbeltje kan pijnlijk zijn. Wanneer de vinger ‘hokt’ of op slot zit, lijkt het alsof het probleem zich bevindt in het middelste gewricht van de vinger of het eindgewricht van de duim. Een triggerfinger komt vaak voor in de ringvinger, duim of middelvinger van de hand die het meest wordt gebruikt. Meestal treedt het op in één vinger, maar soms kan het zich ook voordoen in meerdere vingers.

Wat kunt u eraan doen?

Een prik met ontstekingsremmen­de corticosteroïden kan de zwelling doen afnemen. Als de prik is uit­gewerkt komt de zwelling vaak terug, maar het kan ook een tijdje goed gaan. Wanneer de triggervinger – ook wel triggerfinger – erg hardnekkig is, is er een operatie mogelijk. Daarbij maakt de chirurg een beetje meer ruimte in de ­peesschede.

Bron: ISALA, Thuisarts.nl