Ai, weer zo’n potje of fles die u maar met moeite open krijgt? Hoe ouder we worden, hoe meer spierkracht we verliezen. Dat heeft ook effect op de grip in onze handen. Goed nieuws: u kunt uw handen en vingers trainen! Gewoon thuis met alledaagse dingen.

 

Gaat u wel eens naar de sportschool? Als u dat vaak genoeg doet, merkt u dat uw conditie verbetert en uw spierkracht toeneemt. U traint dan waarschijnlijk uw benen, armen of rug. Maar niet uw handen. Onze handen zijn een belangrijk onderdeel van ons lichaam dat wij continu gebruiken, maar waar geen spieren in zitten. Toch kunt u uw handen en vingers wel trainen. Sterker nog: dat is aan te raden!

 

Peesontsteking of artritis
Het is natuurlijk prettig wanneer u genoeg kracht in uw handen houdt, u heeft ze elke dag nodig. Maar het trainen van uw handen heeft meer voordelen. Gezonde handen, die af en toe getraind worden, zullen minder snel last krijgen van een peesontsteking. Ook verbetert het de motoriek en wordt de kans op artritis kleiner. Genoeg redenen om onderstaande oefeningen af en toe uit te voeren. Doe dit ook weer niet te vaak, om de dag een paar minuten is voldoende.

 

Geen spieren wel pezen
In onze handen zitten pezen, geen spieren. Wel zijn die pezen verbonden aan de spieren in onze armen. Spieren worden dikker als je ze traint, pezen niet. Maar ze kunnen wel steviger worden. En dat is ook al winst. Er zijn speciale hulpmiddelen waarmee u uw vingers en handen kunt trainen. Zoals vingerstretchers of knijptangen. Maar ook met huis-, tuin- en keukenspullen kunt u aan de slag:

Een koekenpan
U heeft vast wel een koekenpan in uw keukenkastje staan. Het is het beste als u een wat zwaardere pan gebruikt. Ga rechtop staan. Pak de pan bij het handvat vast. Houd uw bovenarm tegen uw lichaam aan en buig uw onderarm vanaf de elleboog naar voren zodat deze in een hoek van negentig graden komt te staan. Draai de pan eerst naar links, dan naar het midden en dan weer terug naar rechts. Verwissel van arm.

Een bal
Met een bal is van alles te doen, bijvoorbeeld met een tennis- of stressbal. Bij de laatste is knijpen en weer loslaten een goede oefening. Een tennisbal kunt u gooien en weer vangen. Dit kunt u staand of zittend doen. Laat de bal een keer op de grond stuiteren en vang deze weer op. Probeer dit eerst met uw hele hand, links en rechts. Als dat goed lukt, alleen met uw duim en wijsvinger.

Boeken
Deze oefening is vooral gericht op de grip in uw vingers. Pak twee boeken van ongeveer hetzelfde formaat en gewicht. Houd de boeken vast en laat uw armen ontspannen langs uw lichaam naar beneden hangen. Knijp met uw vingers 30 seconden in het boek en ontspan daarna weer voor 30 seconden. Doe dit vier keer achter elkaar, dat is echt al voldoende.

Potjes en flesjes
Waar mensen als eerste last van krijgen als de kracht in hun handen afneemt, is het niet meer kunnen opendraaien van potjes en flesjes. Zelfs als u nog krachtige handen heeft, kan dat moeilijk zijn. Er zijn hulpmiddelen om ze toch open te draaien. Maar andersom zijn potjes en flesjes ook juist goed oefenmateriaal om uw handen te trainen. Eigenlijk spreekt het voor zich: houd het potje of flesjes in uw ene hand en draai het met uw andere hand open. En wissel van hand. Als het te makkelijk is, draai dan de deksel of het dopje een keer steviger aan.