Kinkhoest, ook bekend als pertussis, is een infectie van de luchtwegen, Hoewel de meeste mensen kinkhoest associëren met jonge kinderen, kan deze ziekte ook bij volwassenen voorkomen en zelfs gevaarlijk zijn voor ouderen.
In de afgelopen jaren is er een wereldwijde toename van kinkhoestgevallen waargenomen, en Nederland is daarop geen uitzondering. Volgens het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) zijn er in de periode 2017-2020 gemiddeld tussen de 3000 en 5000 kinkhoestgevallen per jaar gemeld. Een belangrijke reden voor deze toename is dat de immuniteit die wordt verkregen door vaccinatie of eerdere infectie na verloop van tijd afneemt. Daarnaast zijn er aanwijzingen dat de huidige acellulaire kinkhoestvaccins, die in de jaren 90 in veel landen werden geïntroduceerd, minder effectief zijn in het voorkomen van infectie dan de eerdere whole-cell vaccins.
Kinkhoest en jonge kinderen
Voor jonge kinderen, vooral baby’s onder de zes maanden, kan kinkhoest bijzonder gevaarlijk zijn. Zij zijn vaak nog niet volledig gevaccineerd en hebben een verhoogd risico op ernstige complicaties zoals longontsteking, apneu (ademstilstand), en in sommige gevallen zelfs de dood. In Nederland worden jaarlijks gemiddeld 100 kinderen jonger dan één jaar met kinkhoest in het ziekenhuis opgenomen. Daarom is het van cruciaal belang dat mensen in de omgeving van jonge baby’s gevaccineerd zijn om te voorkomen dat ze de ziekte overdragen.
Waarom vaccinatie niet altijd helpt
Hoewel vaccinatie een effectieve manier is om kinkhoest te voorkomen, is het geen volledige garantie tegen infectie. De bescherming die vaccins bieden, neemt na enkele jaren af, waardoor geboostervaccinaties nodig zijn. Bovendien biedt het huidige acellulaire vaccin, dat minder bijwerkingen heeft dan het vroegere whole-cell vaccin, een kortere duur van immuniteit. Hierdoor kunnen zelfs gevaccineerde individuen kinkhoest oplopen en verspreiden, zij het meestal in een mildere vorm.
Kinkhoest en ouderen
Voor 65-plussers kan kinkhoest een ernstige ziekte zijn. Ouderen hebben vaak een verminderde weerstand door veroudering of onderliggende gezondheidsproblemen zoals diabetes, hartziekten of chronische longziekten. Dit maakt hen vatbaarder voor complicaties van kinkhoest, zoals langdurige hoestbuien, ribfracturen door hevig hoesten, en in ernstige gevallen, longontsteking of zelfs ziekenhuisopname. Hoewel exacte cijfers over overlijdens onder ouderen door kinkhoest in Nederland moeilijk te achterhalen zijn, is het belangrijk te beseffen dat het risico op ernstige complicaties aanzienlijk is.
Wanneer naar de dokter?
Het is belangrijk om naar de dokter te gaan als u vermoedt dat u kinkhoest heeft, vooral als u ouder bent dan 65 jaar of als u onderliggende gezondheidsproblemen heeft. Specifieke symptomen waarvoor u medische hulp moet zoeken, zijn:
- Ernstige, aanhoudende hoestbuien die langer dan twee weken duren.
- Hoestbuien gevolgd door braken.
- Ademhalingsproblemen of piepende ademhaling.
- Onvermogen om voldoende lucht te krijgen tijdens een hoestbui.
- Uitputting door herhaaldelijk hoesten.
Preventie en bescherming
Het is belangrijk dat ouderen zich bewust zijn van het risico van kinkhoest en de mogelijke complicaties. Dit zijn enkele stappen die u kunt nemen om uzelf te beschermen:
- Vaccinatie
Overweeg een boosterprik tegen kinkhoest als uw laatste vaccinatie meer dan tien jaar geleden was. Raadpleeg uw arts voor advies. - Hygiëne
Was regelmatig uw handen en vermijd nauw contact met mensen die ziek zijn. - Gezonde levensstijl
Een gezonde levensstijl met voldoende beweging, een gebalanceerd dieet en voldoende slaap kan uw immuunsysteem versterken.
Risico verkleinen
Kinkhoest is niet alleen een kinderziekte. De recente toename van kinkhoestgevallen en de afnemende immuniteit na vaccinatie betekenen dat ook ouderen een risico lopen. Door bewust te zijn van de gevaren en preventieve maatregelen te nemen, kunnen 65-plussers hun risico op deze vervelende en soms gevaarlijke ziekte verkleinen. Als u vragen heeft over kinkhoest of uw vaccinatiestatus, aarzel dan niet om contact op te nemen met uw huisarts.