Waarschijnlijk heeft u het wel eens gezien aan de kassa: iemand houdt zijn of haar telefoon kort tegen het pinapparaat – piep – en klaar. Geen portemonnee, geen pasje. Betalen met de telefoon, ook wel ‘mobiel betalen’ genoemd, wordt steeds populairder. Maar hoe werkt het nu precies, is het veilig en is het iets voor u?

Wat is mobiel betalen?

Met mobiel betalen gebruikt u uw smartphone in plaats van uw bankpas. U houdt uw telefoon bij het pinapparaat, net als bij contactloos betalen met een pas. Het werkt snel en eenvoudig, via een app van uw bank of via een digitale portemonnee zoals Apple Pay of Google Wallet.

U betaalt dus in de winkel zonder pas of contant geld. En online kan het ook: met een paar tikken op het scherm rondt u de betaling af, vaak zonder dat u nog een kaartnummer hoeft in te vullen.

De voordelen op een rij

U heeft uw pas niet meer nodig
Handig als u even snel naar de winkel gaat, of als u uw pas vergeten bent.

Minder kans op verlies of diefstal van uw pas
Omdat u uw telefoon waarschijnlijk beter in de gaten houdt dan uw portemonnee, is dat een extra stukje veiligheid.

Veiliger dan u denkt
Mobiele betalingen zijn vaak extra beveiligd met een vingerafdruk, gezichtsherkenning of pincode. Zonder toegang tot uw telefoon kan een ander er niets mee beginnen.

Sneller afrekenen
U hoeft geen pas in het apparaat te steken of een pincode in te voeren (voor bedragen tot €50).

Zijn er ook nadelen?

Natuurlijk zijn er ook aandachtspunten:

U moet uw telefoon bij de hand hebben én opgeladen
Als de batterij leeg is, kunt u niet betalen.

Het vraagt wat voorbereiding
U moet het eenmalig instellen via uw bank of telefoon. Dat kost even wat tijd, maar hoeft maar één keer.

Niet álle winkels bieden mobiel betalen aan
Hoewel het steeds normaler wordt, heeft niet elke winkel het nieuwste pinapparaat.

Hoe stelt u mobiel betalen in?

Hieronder een beknopt stappenplan. De precieze werkwijze hangt af van uw telefoon en bank, maar het ziet er meestal ongeveer zo uit:

Voor Android (bijv. Samsung, Nokia, etc.)

  1. Installeer de app van uw bank (bijvoorbeeld ING, Rabobank, ABN AMRO).
  2. Log in en zoek naar de optie ‘mobiel betalen’ of ‘contactloos betalen met je telefoon’.
  3. Volg de instructies. Vaak wordt u gevraagd om een pincode in te stellen of uw vingerafdruk te gebruiken.
  4. Uw telefoon is nu uw betaalmiddel. Houd ‘m bij het pinapparaat, net zoals u met uw pas zou doen.

Voor iPhone (Apple)

  1. Open de app Wallet op uw iPhone.
  2. Tik op het plus-teken om een betaalpas toe te voegen.
  3. Volg de stappen. Uw bankapp moet wel Apple Pay ondersteunen.
  4. Klaar? Dan kunt u voortaan met Apple Pay betalen. Dubbelklik op de zijknop, houd uw vinger op de sensor of gebruik gezichtsherkenning, en tik de telefoon tegen het pinapparaat.

Is het iets voor u?

Dat hangt af van uw voorkeuren. Sommige mensen vinden het heerlijk om geen pasjes meer mee te slepen, anderen houden liever vast aan hun vertrouwde portemonnee. Maar één ding is zeker: mobiel betalen is niet alleen voor jongeren of techneuten. Steeds meer mensen van 65 jaar en ouder gebruiken het, juist omdat het makkelijk, snel en veilig is als u het eenmaal hebt ingesteld.

Wat is er leuker dan samen met uw buur- of kleinkinderen zélf ijsjes maken? Het is simpel, gezellig én een stuk gezonder dan veel kant-en-klare varianten. Bovendien is het een heerlijke activiteit waarbij u samen iets maakt én meteen iets lekkers in huis hebt.

We zetten drie gezonde recepten op een rij. Van makkelijk tot een tikkeltje uitdagender. Perfect om mee te beginnen, of juist om een middagje creatief bezig te zijn.

1. Fruitwaterijsjes – makkelijk & kleurrijk

Dit is het perfecte beginrecept. U heeft slechts een paar ingrediënten nodig en kinderen kunnen volop meehelpen. Bovendien ziet het er prachtig uit.

Wat heeft u nodig?

  • Vers fruit: bijvoorbeeld aardbeien, blauwe bessen, kiwi, mango of druiven

  • Water of kokoswater

  • Eventueel een klein beetje honing of citroensap

  • IJsvormpjes en stokjes

Zo maakt u het:
Snijd samen met  het fruit in stukjes. Laat hen zelf de vormpjes vullen met hun favoriete fruit. Giet er dan water of kokoswater overheen tot ze vol zijn. Even in de vriezer – en na een paar uur hebt u frisse, kleurrijke ijsjes.

 

2. Romig banaan-ijs – iets romiger, maar nog steeds gezond

Banaan-ijs is een klassieker onder de gezonde traktaties. Het heeft de structuur van roomijs, maar bevat geen room of toegevoegde suiker. Perfect dus als alternatief voor kant-en-klaar ijs.

Wat heeft u nodig?

  • Rijpe bananen (minstens 2)

  • (Optioneel) een lepel pindakaas, cacaopoeder of een paar stukjes pure chocolade

  • Blender of keukenmachine

Zo maakt u het:
Snijd de bananen in plakjes en vries ze minstens 4 uur in. Daarna samen in de blender stoppen tot het een zachte, romige massa wordt. Eventueel kunt u smaken toevoegen zoals pindakaas of een snufje kaneel. Meteen opscheppen of nog even invriezen voor een stevigere bol.

 

3. Tropisch yoghurtijs – een stapje uitdagender (en zó de moeite waard)

Dit ijs vraagt iets meer voorbereiding en mixen, maar het resultaat is alsof u een ijssalon in huis heeft.

Wat heeft u nodig?

  • 250 ml (plantaardige) yoghurt of Skyr

  • 150 gram diepvries mango of ananas

  • 1 eetlepel honing of agavesiroop

  • 1 eetlepel kokosrasp

  • Eventueel een scheutje vanille-extract

  • Blender of staafmixer

Zo maakt u het:
Meng alles samen in de blender tot een glad geheel. Giet het in ijsvormpjes of een bakje. Laat het minstens 6 uur in de vriezer staan. Roer tussendoor een paar keer om ijskristallen te voorkomen.

Waarom zelf ijs maken zo leuk is

✔️ U weet precies wat erin zit
✔️ U kiest zelf hoeveel (of geen) suiker u toevoegt
✔️ Het is een creatieve én lekkere activiteit
✔️ U maakt samen mooie herinneringen
✔️ Kinderen eten ongemerkt meer fruit

Tot slot: een herinnering om op te eten

Samen ijsjes maken is meer dan alleen iets lekkers in elkaar draaien. Het is lachen om gesmolten vingers, samen smaken proeven, vormpjes vullen, en natuurlijk trots zijn op het resultaat. Of het nu een simpel waterijsje is of een tropische ijsklassieker, het moment samen is vaak net zo zoet als het ijs zelf.

Dus trek die vriezer open, verzamel wat fruit en laat de zomer maar komen!

U bent moe, kruipt op tijd in bed, het licht gaat uit… en ineens is daar het denken. Gedachten die rondmalen als een carrousel. Kleine zorgen, grote zorgen, wat u morgen niet mag vergeten of wat u gisteren misschien anders had moeten zeggen. Herkenbaar? U bent beslist niet de enige.

Het verhaal van mevrouw Van Dijk

Neem mevrouw Van Dijk, 68 jaar. Ze is net een paar jaar met pensioen en dacht eindelijk te gaan genieten van rust in haar hoofd. Maar tot haar verbazing begon ze juist steeds vaker wakker te liggen. Niet van lawaai of fysieke klachten, maar van gedachten.

“Elke avond dacht ik: vanavond slaap ik vroeg. Maar zodra ik ging liggen, begon het. Alles wat ik nog moet regelen, wat ik verkeerd heb gedaan, wat ik misschien vergeten ben… het bleef maar doorgaan.”
Soms keek ze om 02:00 nog op de klok. En hoe langer ze wakker lag, hoe gefrustreerder ze raakte.

Wat mevrouw Van Dijk ervaart, is iets wat veel mensen overkomt, zeker naarmate de rust in het leven toeneemt. De drukte verdwijnt, maar de gedachten nemen de ruimte in die vrijkomt. Het lijkt alsof uw brein ’s nachts pas echt tijd maakt voor alles wat overdag onder het oppervlak bleef.

Waarom denken we juist ’s avonds zoveel?

Uw hersenen zijn overdag bezig met regelen, praten, bewegen, reageren. Maar ’s avonds, wanneer prikkels wegvallen, krijgt uw brein ‘de ruimte’. Dat klinkt rustgevend, maar het zorgt er juist voor dat het emotionele deel van uw hersenen actiever wordt. Tegelijkertijd schakelt het logische deel – dat overdag uw angsten tempert – wat terug. Daardoor voelen zorgen ’s nachts vaak groter en zwaarder dan ze in werkelijkheid zijn.

Zonder afleiding of actie kan zo’n zorg zich ontwikkelen tot een hardnekkige gedachtekring. En hoe meer u probeert die te stoppen, hoe meer aandacht die krijgt. Het gevolg: onrust, spanning en steeds moeilijker in slaap vallen.

Wat kunt u doen om de cirkel te doorbreken?

Gelukkig zijn er manieren om het piekeren in te perken en uw hoofd ’s avonds rustiger te krijgen. Mevrouw Van Dijk ontdekte dit stap voor stap. Zij begon met een schriftje waarin ze elke avond haar zorgen, to-do’s of losse gedachten opschreef. “Zodra ik ze opschreef, kon ik ze ook een beetje loslaten,” vertelt ze.

Hieronder enkele bewezen strategieën die ook u kunnen helpen:

  1. Plan een piekermoment overdag
    Reserveer overdag 10 à 15 minuten om bewust te piekeren of zorgen op te schrijven. Zo stelt u een grens en leert uw hoofd: nu is het even niet de tijd. 
  2. Gebruik een “hoofd-opruimboekje”
    Schrijf voor het slapengaan op wat u bezighoudt: afspraken, twijfels, herinneringen. Daarmee voorkomt u dat u het in bed probeert op te lossen. 
  3. Focus op het hier en nu
    Komt er ’s nachts toch een gedachte op? Breng uw aandacht naar uw ademhaling of naar uw voeten. Deze eenvoudige focusoefening helpt u terug in het moment. 
  4. Zorg voor een rustige avondroutine
    Zet schermen minstens een uur voor het slapengaan uit. Luister naar zachte muziek, lees een boek of maak een korte wandeling. Uw lichaam heeft tijd nodig om in slaapstand te komen. 
  5. Sta op als het echt niet lukt
    Als u na 20 minuten nog steeds ligt te woelen, sta dan even op. Drink wat water, blader in een boek. Uw brein leert zo dat bed niet de plek is om te piekeren. 

Piekeren oplossen kost geen perfectie, maar oefening

Het gaat er niet om dat u nóóit meer piekert. Piekeren is menselijk. Wat telt, is dat u er niet volledig door geleefd wordt. Mevrouw Van Dijk heeft inmiddels een routine gevonden die werkt. “Ik slaap nog niet elke nacht als een roos, maar ik voel me wel rustiger. Ik weet beter wat ik kan doen als het malen begint.”

En dat is de sleutel: weten wat u kunt doen, in plaats van u machteloos voelen. Door een paar kleine aanpassingen kunt u stap voor stap uw nachtrust verbeteren en de regie over uw gedachten terugpakken.

Misschien heeft u er wel eens eentje op uw huid gevonden: een klein zwart spinnetje dat zich vastklemt in uw huid. Een teek. Vaak merkt u er weinig van, maar een beet van dit beestje kan vervelende gevolgen hebben – vooral als u de ziekte van Lyme oploopt. Wat kunt u zelf doen om risico’s te beperken en hoe herkent u de signalen?

Waar en wanneer loopt u risico?

Teken komen in Nederland steeds vaker voor. Ze leven in bossen, parken, tuinen en duingebieden – overal waar het vochtig en groen is. De piek ligt tussen maart en oktober, wanneer het warmer is dan 7 graden. Als u graag wandelt, tuiniert of buiten recreëert, is de kans aanwezig dat u met een teek in aanraking komt.

Deze kleine diertjes hechten zich vast aan de huid van mensen en dieren om bloed te zuigen. Ze kruipen via uw schoenen of kleding omhoog en nestelen zich vaak in warme, zachte huidplooien zoals de knieholtes, liezen, oksels, nek of achter de oren.

De ziekte van Lyme: een onderschat gevaar

Lang niet elke tekenbeet leidt tot ziekte. Maar ongeveer één op de vijf teken in Nederland draagt de bacterie Borrelia burgdorferi bij zich. Deze bacterie kan de ziekte van Lyme veroorzaken – een aandoening die begint met milde klachten, maar kan uitgroeien tot ernstige gezondheidsproblemen als die niet op tijd wordt herkend en behandeld.

De eerste signalen zijn vaak vaag: vermoeidheid, spierpijn, koorts of een grieperig gevoel. Maar het meest kenmerkend is een rode ring of vlek rondom de beetplek, die zich langzaam uitbreidt. Deze huiduitslag – erythema migrans – verschijnt meestal binnen 1 tot 3 weken. Zonder behandeling kan de bacterie zich door uw lichaam verspreiden en later zorgen voor zenuwpijn, gewrichtsklachten, hartritmestoornissen of concentratieproblemen.

Gelukkig geldt: hoe eerder u ingrijpt, hoe beter de vooruitzichten. Een antibioticakuur in een vroeg stadium is doorgaans voldoende om Lyme volledig te genezen.

Wat kunt u zelf doen?

Teken zijn klein, snel en vaak niet direct voelbaar. Maar met een paar eenvoudige gewoontes kunt u uzelf goed beschermen:

Hoe u het risico op een tekenbeet verkleint:

  • Blijf op wandelpaden en vermijd hoog gras en struikgewas.

  • Draag dichte kleding, stop uw broek in uw sokken.

  • Controleer na elke buitenactiviteit uw huid grondig.

  • Let extra op plekken waar teken zich graag vastbijten: knieholtes, liezen, oksels, hals, onder borsten of bij de haargrens.

Heeft u een teek gevonden? Verwijder deze dan zo snel mogelijk met een tekentang of een fijn pincet. Zet het pincet zo dicht mogelijk op de huid, bij de kop van de teek. Trek hem rustig recht omhoog, zonder te draaien. Ontsmet daarna de beetplek en noteer datum en locatie.

Wanneer moet u extra alert zijn?

Niet elke beet is reden tot zorg, maar let de weken na een beet goed op. Neem contact op met uw huisarts als u:

  • Een rode kring of vlek ziet die groter wordt.

  • Last krijgt van vermoeidheid, koorts, spier- of gewrichtspijn.

  • Hoofdpijn of een stijve nek ervaart.

  • Hartkloppingen, tintelingen of uitval van spieren merkt.

Al deze klachten kunnen op een (beginnende) infectie met de Lyme-bacterie wijzen. Hoe eerder de arts dit signaleert, hoe beter u geholpen kunt worden.

Belangrijk om te onthouden:

  • Verwijder een teek binnen 24 uur: dit verkleint het risico op Lyme aanzienlijk.

  • Niet elke teek is besmet, maar het is wél altijd belangrijk om alert te zijn.

  • Gebruik geen alcohol, olie of andere middelen op de teek vóór het verwijderen: dat verhoogt het besmettingsrisico.

Tot slot

Teken zijn een feit van het buitenleven geworden. Dat hoeft u er niet van te weerhouden om te blijven genieten van natuur, tuin of wandelingen – integendeel. Maar een beetje voorzorg en alertheid maken het verschil tussen een onschuldige beet en langdurige gezondheidsklachten. Controleer uzelf, weet wat u moet doen en vertrouw op uw gevoel. Zo blijft u veilig én buiten actief.

Naarmate u ouder wordt, verandert uw lichaam – ook op het gebied van vitamineopname. Eén van de vitamines waar veel 65-plussers ongemerkt een tekort aan hebben, is vitamine D. Toch speelt juist deze vitamine een belangrijke rol in uw gezondheid. De zomer is hét moment om uw voorraad op natuurlijke wijze aan te vullen. Maar hoe werkt dat precies? En waar moet u op letten?

Wat doet vitamine D?

Vitamine D ondersteunt onder andere:

  • Sterke botten en spieren – Het helpt calcium beter op te nemen, wat botontkalking kan helpen voorkomen.

  • Weerstand – Uw immuunsysteem blijft beter in balans.

  • Energie en stemming – Een tekort kan leiden tot vermoeidheid en somberheid.

Uw lichaam maakt vitamine D grotendeels zelf aan onder invloed van zonlicht. Maar met het ouder worden neemt die natuurlijke aanmaak af. Bovendien komt u misschien minder vaak buiten of bedekt u uw huid beter – logisch, maar het maakt het ook moeilijker om voldoende vitamine D binnen te krijgen.

Hoeveel zonlicht heeft u nodig?

In Nederland schijnt de zon vooral tussen april en oktober krachtig genoeg om vitamine D aan te maken. Ongeveer 15 tot 30 minuten per dag buiten zijn met onbedekte huid (bijvoorbeeld uw handen, armen of gezicht) is vaak al voldoende. Dit lukt vaak al met een korte wandeling, een kop koffie in de tuin of een boodschap lopend doen.

U hoeft niet in de volle zon te liggen of te verbranden – ook op een licht bewolkte dag doet het zonlicht zijn werk, zolang u maar buiten bent.

Verbrandt u sneller met de jaren?

Ja. Naarmate uw huid ouder wordt, neemt de natuurlijke bescherming af. U verbrandt sneller, zelfs bij matige zonkracht (UV-index 4 of hoger). In Nederland bereikt de zonkracht op zomerse dagen soms een UV-index van 6 tot 7. Dan kunt u al na 15 tot 25 minuten zonder bescherming verbranden, afhankelijk van uw huidtype.

Daarom is het belangrijk om slim met zonlicht om te gaan: kort buiten zijn zonder zonnebrand is prima, maar voorkom altijd dat u rood wordt.

Beïnvloedt zonnebrand de opname van vitamine D?

Ja, dat doet het – maar het is geen reden om géén zonnebrand te gebruiken. Zonnebrandcrème met een hoge factor (bijvoorbeeld SPF 30 of 50) blokkeert het grootste deel van de UVB-straling die nodig is voor de aanmaak van vitamine D. Als u dus altijd volledig ingesmeerd de zon in gaat, maakt uw huid minder of geen vitamine D aan.

Wat kunt u dan het beste doen?

  • Ga een kwartiertje per dag naar buiten zonder zonnebrand, bijvoorbeeld in de ochtend of namiddag als de zon minder fel is.

  • Laat dan een klein deel van uw huid onbedekt (zoals onderarmen of gezicht), maar voorkom dat u verbrandt.

  • Blijft u langer buiten of is de zon krachtig? Smeer u dan zeker in, om huidveroudering en huidkanker te voorkomen.

Zo maakt u veilig gebruik van de zon én profiteert u van de voordelen voor uw gezondheid.

Waarom ouderen sneller een tekort hebben

Vanaf ongeveer 70 jaar maakt uw huid minder efficiënt vitamine D aan. Daarnaast:

  • Komt u vaker binnen dan vroeger

  • Draagt u vaker bedekkende kleding

  • Wordt opname uit voeding en zonlicht minder

Daarom adviseert de Gezondheidsraad om iedereen vanaf 70 jaar dagelijks 20 microgram vitamine D als supplement te nemen – het hele jaar door.

Wat kunt u doen?

Hier zijn praktische tips om uw vitamine D-voorraad op peil te houden:

  • Kom dagelijks buiten, bij voorkeur in de ochtend of late middag.

  • Zorg voor een beetje onbedekte huid, maar bescherm u bij langer verblijf met zonnebrand.

  • Eet voeding rijk aan vitamine D, zoals vette vis, eieren en margarine.

  • Gebruik een supplement van 20 microgram per dag als u 70 jaar of ouder bent.

  • Laat uw vitamine D-waarde checken bij twijfel of klachten.

Tot slot

Met een beetje zon, bewuste keuzes en ondersteuning via voeding of supplementen kunt u uw vitamine D-niveau gezond houden – zonder risico op verbranding. De zon is uw vriend, zolang u weet hoe u er verstandig mee omgaat.

Wandelen is al jarenlang een geliefde bezigheid in Nederland en niet zonder reden. Het is laagdrempelig, ontspannend en geschikt voor vrijwel iedereen. Of u nu kiest voor een kort ommetje door de buurt of een langere tocht in het groen, wandelen heeft veel positieve effecten op lichaam en geest.

Regelmatig wandelen helpt uw conditie verbeteren, verlaagt de bloeddruk, stimuleert de bloedsomloop en kan het risico op aandoeningen zoals diabetes en hartproblemen verkleinen. Al met een dagelijkse wandeling van 5 tot 10 kilometer, ofwel zo’n 10.000 stappen, merkt u verschil: uw uithoudingsvermogen neemt toe, u houdt makkelijker uw gewicht in balans en ook stress wordt minder voelbaar.

Wandelen is bovendien vriendelijk voor de gewrichten en belast het lichaam minder dan bijvoorbeeld hardlopen. Als u buiten loopt, bij voorkeur in een natuurlijke omgeving, profiteert u ook van mentale voordelen: het stressniveau daalt, de stemming verbetert en het immuunsysteem wordt versterkt. Kortom: een toegankelijke en prettige manier om gezond te blijven, op een tempo dat bij u past.

Wat wandelen voor uw gezondheid betekent

Wekelijks trekken miljoenen Nederlanders eropuit voor een wandeling, vaak zo’n vijf kilometer. Niet alleen om in beweging te blijven, maar ook voor het plezier en de rust. En dat is terecht: onderzoeken tonen aan dat zelfs een wandeling van twintig minuten per dag merkbare voordelen oplevert.

Wandelen draagt bij aan een gezond hart, verbetert de bloeddruk en ondersteunt een goed cholesterolgehalte. Ook uw hersenen varen er wel bij: door de betere doorbloeding ontstaan nieuwe verbindingen in de hersenen, wat onder andere uw concentratievermogen en creativiteit ten goede komt. Buiten wandelen – bijvoorbeeld in het bos, park of aan zee – bevordert een betere stemming en helpt bij het loslaten van spanning.

Daarnaast versterkt wandelen de spieren en botten, draagt het bij aan een regelmatige stoelgang en helpt het om ‘s avonds beter in slaap te vallen. Wie het wandelen onderdeel maakt van de dagelijkse routine, investeert op een eenvoudige manier in een gezonder en vitaler leven.

Praktische wandeltips

U hoeft geen lange afstanden af te leggen om de voordelen te ervaren. Juist regelmatig korte wandelingen zorgen voor het grootste effect. Met onderstaande tips bouwt u gemakkelijk een gewoonte op:

  • Werk met een wandelschema – Hang bijvoorbeeld een schema op de koelkast en vink uw wandelingen af. Een kleine motivatie die groot verschil maakt.

  • Vier uw vooruitgang – Na een week dagelijks wandelen kunt u uzelf gerust belonen, bijvoorbeeld met iets lekkers of een comfortabel paar nieuwe sokken.

  • Kies een vast tijdstip – Een wandeling na het avondeten of tijdens een middagdip zorgt vaak voor nieuwe energie.

  • Wandel samen – Een gezamenlijke wandeling is niet alleen gezellig, maar ook een mooi moment om bij te praten.

  • Varieer uw route – Verken nieuwe straten of natuurgebieden. Zo blijft wandelen afwisselend en stimulerend.

  • Gebruik hulpmiddelen – Denk aan apps zoals ‘Ommetje’ van de Hersenstichting, die uw wandelingen bijhouden en u uitdagen met kleine doelen.

  • Maak er een uitje van – Via apps zoals de ANWB Eropuit-app vindt u kant-en-klare wandelroutes in heel Nederland. Zo ontdekt u ook eens een nieuwe omgeving.

Wandelen en gewicht verliezen

Wandelen is niet alleen goed voor uw gezondheid, het kan ook helpen bij het afvallen. Zonder dat u het gevoel hebt dat u intensief sport, verbrandt u ongemerkt calorieën. Bij een stevig wandeltempo (ongeveer 5 km/u) kunt u al snel 200 tot 300 calorieën per uur kwijtraken – nog meer als u wat sneller loopt of kiest voor een route met wat hoogteverschil.

Het voordeel van wandelen is dat het minder belastend is voor het lichaam dan sporten zoals hardlopen, waardoor u het vaak makkelijker en langer volhoudt. Door dagelijks 30 tot 60 minuten te wandelen en dit te combineren met bewuste voeding, kunt u stap voor stap werken aan een gezonder gewicht.

Extra tip: Door variatie aan te brengen, bijvoorbeeld door rustig en snel wandelen af te wisselen, verhoogt u het effect op uw vetverbranding.

Aan de slag: schema en tips

Wilt u structureel resultaat zien? Dan helpt een eenvoudig wandelplan. Hieronder enkele adviezen:

  • Begin rustig – Start met 20 tot 30 minuten per dag en breid dit langzaam uit.

  • Wandel stevig door – Een tempo van 5 tot 6 km/u is ideaal voor vetverbranding.

  • Blijf in beweging – Dagelijkse wandelingen leveren meer op dan sporadische lange tochten.

  • Voeg variatie toe – Intervalwandelingen, met afwisselend snel en rustig tempo, verhogen het calorieverbruik.

  • Let op voeding – Gezonde eetgewoonten versterken het effect van het wandelen.

Met deze aanpak maakt u van wandelen niet alleen een prettige activiteit, maar ook een doeltreffend middel om fit te blijven – op een manier die bij u past en vol te houden is.

Hoe oud bent u écht? En daarmee bedoelen we niet uw kalenderleeftijd, maar uw biologische leeftijd. Hoe gezond bent u op dit moment en wat kunt u doen om een vitaler en langer leven te leiden? De gezond leven test biedt u inzicht in uw gezondheid en helpt u uw leefstijl te verbeteren met concrete stappen.

Doe de test via deze link (duur 10 min.) gezondleventest.nl/zilverschild 

De Gezond Leven Test, ontwikkeld door Zilveren Kruis en TNO, berekent uw biologische leeftijd. De test is gebaseerd op een wetenschappelijke rekenmethode en is getest met diverse doelgroepen. Door vragen over uw gezondheid en leefstijl in te vullen, krijgt u een duidelijk beeld van uw fysieke gesteldheid.

Hoe werkt de test?

De test is eenvoudig in te vullen. U beantwoordt vragen over uw dieet, beweging, stress, slaap en medische situatie. Op basis van uw antwoorden wordt uw biologische leeftijd berekend. De test helpt u te zien waar u verbeteringen kunt aanbrengen om uw gezondheid te verbeteren.

Zet de eerste stap naar een gezonde toekomst

De test biedt niet alleen inzicht, maar ook praktische tips waarmee u direct kunt starten. Of het nu gaat om meer bewegen, gezonder eten, stress verminderen of beter slapen – de test helpt u om kleine veranderingen door te voeren. Want uw biologische leeftijd is flexibel en kan veranderen door keuzes die u maakt. Nu is het moment om die keuzes te maken en te investeren in uw gezondheid, zodat u ook in de toekomst vitaal blijft.

Waarom zou u de test moeten doen?

De Gezond Leven Test biedt een unieke combinatie van wetenschap, praktische tips en persoonlijke verantwoordelijkheid. U heeft namelijk voor een groot deel zelf de regie over uw gezondheid. Als deelnemer krijgt u aan het eind van de test een uitslag. Blijkt uw ‘echte’ leeftijd die uit de test naar voren komt bijvoorbeeld 70 jaar, maar bent u 64. Dan kan u bekijken wat het effect van uw leefstijl op uw echte leeftijd is. Stel: u gaat minder alcohol drinken. Dan wordt uw echte leeftijd wellicht 67. U kunt spelen met de uitkomsten om zo te zien wat het effect zou zijn als u uw leefstijl aan zou passen. 

Wacht niet langer. Ontdek uw echte leeftijd en zet de eerste stap naar een gezonder, langer leven.

Doe de test via deze link (duur 10 min.) gezondleventest.nl/zilverschild 

 

Wie diabetes heeft, heeft ook meer kans op hart- en vaatziekten. De beste manier om het risico daarop te verkleinen? Gezond leven. In kleine stappen uw leefstijl veranderen maakt al een wereld van verschil. 

Hoe gezond we zijn, hangt voor een deel samen met wat voor genen we meekrijgen. Maar aan een groot deel van onze gezondheid kunnen we zelf veel doen, zegt Nancy Janssen, voormalig diëtist en nu werkzaam als beleidsmedewerker belangenbehartiging bij Diabetesvereniging Nederland. Voeding, beweging, ontspanning, slaap, sociale contacten en letten op middelengebruik spelen hierbij een grote rol. “Als je zorgt voor een gezonde leefstijl heeft dat een positief effect op je gezondheid. En als je bijvoorbeeld diabetes, hart- en vaatziekten, artrose of overgewicht hebt, dan kan je leefstijl helpen bij de behandeling. Soms heb je door gezond te leven bijvoorbeeld minder medicijnen nodig.” Met kleine, haalbare veranderingen in uw dagelijks leven zet u al grote stappen naar een gezonder lichaam, aldus Janssen. Wat kunt u zelf doen?

Van groente tot eiwitten

Gezond eten heeft veel voordelen: het helpt bij het behouden van een gezond gewicht, u voelt zich fitter en energieker en u vermindert het risico op chronische aandoeningen zoals diabetes, hart- en vaatziekten en hoge bloeddruk. Wat is nu precies gezonde voeding? Janssen: “De richtlijnen van het Voedingscentrum geven goede adviezen. Het belangrijkste is dat je gezond en gevarieerd eet, met veel groente, fruit, peulvruchten, volkoren producten en eiwitten. Eiwitten zijn essentieel om spiermassa te behouden, zodat je makkelijker blijft bewegen.” Toch heeft niet iedereen dezelfde voeding nodig. Soms is een speciaal eetpatroon beter voor u, bijvoorbeeld bij diabetes. Op de website van Diabetesvereniging Nederland of bij een diëtist kunt u hier meer over vinden. 

Verder is het advies om extra vitamine D te nemen, ook als u elke dag buitenkomt; het lichaam maakt er op oudere leeftijd minder van aan. “Vrouwen boven de 50 jaar en mannen en vrouwen boven de 70 jaar hebben hier extra van nodig, respectievelijk 10 microgram en 20 microgram. Vitamine D zorgt voor de opname van onder andere calcium uit voeding. Zo blijven je botten in conditie wat de kans op botbreuken verkleint.” 

In de benen

Het is iets wat we allemaal wel weten: regelmatig bewegen heeft veel voordelen voor ons lichaam. Het helpt spieren en botten sterk te houden, zorgt voor een gezond(er) gewicht en maakt fitter. “Kleine aanpassingen in de dagelijkse routine kunnen al een groot verschil maken”, zegt Janssen. “Neem vaker de fiets in plaats van de auto, pak de trap in plaats van de lift en maak een dagelijkse wandeling. De beweegnorm is minimaal drie keer per week spier- en botversterkende activiteiten doen én balansoefeningen doen, zeker als je ouder wordt. Zit je vaak lange tijd achter elkaar? Kom tussendoor regelmatig van je stoel.”

Zoek anderen op

Minstens zo belangrijk als gezond eten en bewegen is regelmatig anderen ontmoeten. Mensen zijn sociale wezens en wie een fijn sociaal leven heeft, ervaart vaak minder stress en voelt zich gelukkiger, aldus Janssen. “Daarom is het goed om regelmatig familie, vrienden of buren op te zoeken. Zoek een hobby waarbij je onder de mensen komt of sluit je aan bij een groep of vereniging.” Ook stimuleert contact met anderen gezonde gewoonten.

Even ontspannen

Een beetje stress hoort bij het leven. Maar probeer daarnaast regelmatig te ontspannen, raadt Janssen aan. “Stress hoeft niet altijd slecht te zijn. Positieve stress, zoals wedstrijdspanning, helpt om beter te presteren. Maar negatieve stress, zoals ‘s nachts wakker liggen door zorgen, kan schadelijk zijn. Probeer manieren te vinden om met stress om te gaan. Bijvoorbeeld door ontspanningsoefeningen te doen, mindfulness, te sporten of te praten met iemand die je vertrouwt. Of zoek afleiding door gezellige dingen te ondernemen met anderen.”

Middelen: liever niet

Het klinkt logisch: gebruik van middelen is vrijwel nooit goed voor een mens. “Roken en vapen kun je beter helemaal niet doen”, zegt Janssen. “Ook alcohol heeft nadelige effecten, namelijk op de hersenen, gewicht en lever. Bovendien verhoogt het de kans op kanker.” Ook medicijnen vallen onder middelengebruik. Vaak kan iemand niet zonder, maar ze hebben wel bijwerkingen. Mensen krijgen zelfs extra medicijnen om die bijwerkingen te verminderen. Door uw leefstijl te verbeteren, heeft u soms minder medicijnen nodig, weet Janssen. “Gezond eten en voldoende bewegen helpen bijvoorbeeld om diabetes beter te reguleren.”

Lekker slapen

Een goede nachtrust ten slotte is belangrijk om zowel lichamelijk als geestelijk te herstellen. Wie slecht slaapt, kan veel klachten krijgen. “Het is normaal om af en toe wakker te worden tussen slaapcycli door, maar als je structureel niet lekker slaapt, is het verstandig om hier iets aan te doen”, legt Janssen uit. Slaapmiddelen zijn geen oplossing voor de lange termijn. Wat kan helpen: op vaste tijden naar bed en weer op, regelmatig buiten bewegen, overdag geen dutjes doen en piekeren voorkomen door dagelijks een moment te plannen om zorgen op te schrijven. 

4 vragen over hart- en vaatziekten bij diabetes

1 Waarom krijgen mensen met diabetes eerder last van hart- en vaatziekten?

Bij diabetes schommelt de bloedsuikerspiegel vaak. Dit kan schade aan de bloedvaten veroorzaken. Hierdoor kunnen hart- en vaatziekten ontstaan, zoals een beroerte, een hartinfarct of een herseninfarct. Ook kan er sprake zijn van een hoge bloeddruk, een hoog cholesterol en zelfs nierschade. Een arts kan helpen om dit risico te verkleinen door te kijken naar uw leefstijl. Daarnaast verminderen medicijnen zoals cholesterol- en bloeddrukverlagers het risico. En er zijn nieuwe diabetesmedicijnen die helpen om hart- en vaatziekten te voorkomen.

2 Zijn de symptomen van hart- en vaatziekten bij mensen met diabetes anders?

Nee, de symptomen zijn hetzelfde. Wel is er een verschil tussen mannen en vrouwen. Vrouwen hebben soms minder duidelijke klachten dan mannen. Luister goed naar uw lichaam en raadpleeg bij twijfel altijd een arts. Bekijk de info van de hartstichting voor meer informatie.

3 Verergeren diabetes en hart- en vaatziekten elkaar?

Ja, als uw bloedsuikerspiegel sterk schommelt, kan dit de schade aan de bloedvaten erger maken. Daarom is het belangrijk om uw bloedsuiker zo stabiel mogelijk te houden. Dit kan door een gezonde leefstijl en eventueel medicijnen.

4 Hoe voorkomt u diabetes en hart- en vaatziekten?

Soms kunt u er weinig aan doen, bijvoorbeeld als de aanleg voor deze ziekten in de familie zit. Maar dat is juist een reden om extra goed op uw leefstijl te letten. Kleine stappen maken al een groot verschil. Kijk wat bij u past en bouw de gezonde leefstijl langzaam op. Als u hulp nodig heeft, kunt u terecht bij een leefstijlcoach, diëtist of fysiotherapeut. Ook uw huisarts of praktijkondersteuner kan helpen. Daarnaast helpt het om steun te zoeken bij familie of vrienden. Door samen met iemand te bewegen bijvoorbeeld. Of misschien kan iemand u helpen om gezonder te eten.

Test het zelf

Wilt u weten of u risico loopt op diabetes? Doe hier de test.

Weten hoe het met uw algehele gezondheid gaat? Vul thuis het ‘Spinnenweb Positieve Gezondheid’ in en ontdek welke gebieden u kunt verbeteren.

Een kopje koffie in de zon, een spontaan gesprek met een onbekende of een lief kaartje in de brievenbus. Dergelijke kleine geluksmomenten hebben invloed op ons welzijn. Hoog tijd dus om ze (meer) in uw leven te integreren.


Dagelijkse lichtpuntjes verminderen stress, verbeteren ons humeur en versterken onze prestaties en gezondheid, zo blijkt uit diverse wetenschappelijke onderzoeken. Het belang ervan is pas vrij recent ontdekt; lange tijd richtten onderzoeken zich vooral op de impact van negatieve levensgebeurtenissen, zoals ziekte en verlies. “Ook de zorg concentreerde zich vooral op de ziekte van patiënten”, vertelt Karen van Ruiten van het Instituut voor Positieve Gezondheid (iPH). “In 2011 kwam er een nieuwe definitie van gezondheid. Daarbij is niet langer de afwezigheid van ziekten en beperkingen het uitgangspunt, maar het vermogen om je aan te passen en je eigen regie te voeren. Het gaat om veerkracht in het licht van de fysieke, emotionele en sociale uitdagingen die het leven ons allemaal biedt.” Kleine, alledaagse geluksmomenten kunnen helpen om die veerkracht te ontwikkelen. Reden genoeg dus om ze meer in uw leven te integreren. Maar hoe zorgt u daarvoor?  

Sprongetje

“Allereerst is het belangrijk om die geluksmomenten op te merken”, vertelt Karen. “Waarvan maakt uw hart een sprongetje? Wat zijn uw dromen en verlangens?” Dat is voor iedereen anders. De een geniet van een bos bloemen op tafel. De ander wordt blij van een versgebakken appeltaart. En weer een ander voelt zich gelukkig als hij of zij met de kleinkinderen speelt. Karen: “Door aandacht te hebben voor wat we voelen in plaats van wat we denken, merken we op waar we écht blij van worden.” Daarbij helpt het om te vertragen en uw zintuigen op scherp te zetten. Om letterlijk stil te staan en te ervaren wat u op een bepaald moment voelt. Misschien ontdekt u dan dat die wekelijkse kaartmiddag u eigenlijk helemaal geen plezier (meer) geeft; u doet het bijvoorbeeld vanuit gewoonte of om aan verwachtingen van anderen te voldoen. 

Blijmakers zaaien

“Denken dat we geen dromen of verlangens meer kunnen hebben, ze krampachtig najagen of er niet over praten, werkt niet”, aldus Karen. Wat wél werkt, is stilstaan bij al het moois dat er al in uw leven is, die momenten koesteren én er meer van zaaien. Karen: “Ieder mens is de regisseur van zijn eigen leven.” Zodra onze persoonlijke blijmakers helder zijn, kunnen we ze koesteren door ze te fotograferen, ze met anderen te delen of iedere avond drie kleine geluksmomenten van die dag op te schrijven. Vervolgens kunnen we datgene wat ons blij maakt meer in ons leven integreren. Wie van planten en dieren houdt, kan wat vaker in de natuur gaan wandelen. Wordt u gelukkig van spontane acties, maak dan ruimte in uw agenda. Of droomt u nog altijd van die reis naar Nieuw-Zeeland, maar ziet u, om bijvoorbeeld gezondheidsredenen, beren op de weg? Kijk dan eens samen met een ander naar de mogelijkheden. Karen: “De kern is ons gevoel en hart volgen, tijd vrij te maken voor waar we blij van worden en te doen wat uw dag zin geeft.”

Zilveren Kruis: Gezonder Leven Magazine en Prettiger Ouder Worden

 

Steeds meer mensen krijgen op latere leeftijd te maken met gordelroos. Misschien heeft u het zelf weleens gehad, of kent u iemand die ermee te maken kreeg. Vooral bij 60-plussers komt deze virusinfectie vaker voor. Gelukkig zijn de klachten meestal goed te behandelen, en er zijn ook manieren om het risico te verlagen.

Wat is gordelroos precies?

Gordelroos wordt veroorzaakt door hetzelfde virus dat ook waterpokken veroorzaakt. Wie ooit waterpokken heeft gehad, draagt het virus levenslang met zich mee. Het blijft ‘slapend’ in het lichaam aanwezig, en kan op latere leeftijd weer actief worden – dit keer als gordelroos.

De naam zegt het al een beetje: vaak ontstaat er een pijnlijke uitslag in de vorm van een ‘gordel’ op uw romp. Maar het kan ook op andere plekken voorkomen, zoals op een arm of in het gezicht.

Waarom neemt het aantal gevallen toe?

De laatste tijd melden huisartsen meer ouderen met gordelroosklachten. Dit heeft verschillende oorzaken. Ouderen hebben van nature een iets minder actief afweersysteem, waardoor het virus sneller een kans krijgt om opnieuw op te spelen. Ook periodes van stress of andere gezondheidsproblemen kunnen daar invloed op hebben. Artsen vermoeden bovendien dat veranderingen in sociale contacten en blootstelling aan virussen tijdens de coronaperiode ook een rol kunnen spelen.

Toch is het goed om te weten: de meeste mensen krijgen géén gordelroos, en bij wie het wel gebeurt, verloopt het vaak mild.

Hoe herkent u het?

Gordelroos begint meestal met een vreemd, tintelend of branderig gevoel aan één kant van het lichaam. Daarna verschijnt er een uitslag met kleine blaasjes. Deze plek kan behoorlijk pijnlijk zijn. Vaak verdwijnen de klachten na een paar weken, maar sommige mensen houden langer last van zenuwpijn. Dit heet postherpetische neuralgie, en komt vaker voor bij mensen boven de 60.

Wat kunt u doen?

  • Herken de signalen
    Voelt u plots pijn of een prikkelend gevoel op een specifieke plek, en ziet u daar later ook blaasjes? Neem dan contact op met uw huisarts. Hoe eerder u erbij bent, hoe beter de behandeling werkt.
  • Behandeling
    Antivirale medicijnen kunnen de klachten verlichten, zeker als u er snel bij bent. Ook pijnstillers of speciale crèmes kunnen helpen.
  • Vaccinatie overwegen
    Er is een vaccin beschikbaar dat het risico op gordelroos flink verkleint. Het wordt nog niet standaard vergoed, maar sommige zorgverzekeraars bieden wel een vergoeding. Bespreek met uw huisarts of vaccinatie voor u zinvol is.
  • Gezond blijven
    U kunt zelf ook veel doen om uw afweersysteem sterk te houden: gezond eten, voldoende slapen, regelmatig bewegen en ontspanning zoeken dragen allemaal bij.

Goed om te weten

Gordelroos is niet besmettelijk op dezelfde manier als griep of verkoudheid. U kunt het virus wél overdragen aan iemand die nog nooit waterpokken heeft gehad, maar dat gebeurt niet snel – vooral niet als de blaasjes goed afgedekt zijn. Met gewone hygiëne en wat voorzichtigheid is het risico klein.

Tot slot

Gordelroos komt iets vaker voor bij ouderen, maar het is geen reden om u zorgen te maken. Door goed op uw lichaam te letten en te weten wat u kunt doen bij de eerste klachten, bent u goed voorbereid. Heeft u vragen of twijfels? Bespreek ze gerust met uw huisarts. Zo blijft u zo lang mogelijk vitaal én comfortabel.

 

Wat vinden onze lezers van het magazine Rond uw Zorg en Welzijn, onze nieuwsbrief en ZilverSchild? Waar worden ze blij van, en waar is nog ruimte voor verbetering? In april 2025 deden 426 mensen mee aan ons tevredenheidsonderzoek. We zijn trots op de mooie resultaten – en dankbaar voor alle suggesties.

De waardering voor ons magazine is hoog. Meer dan 70% van de lezers geeft een 8 of hoger. Vooral de variatie in onderwerpen, de vormgeving en het informatiegehalte worden goed beoordeeld. De meeste lezers besteden tussen de 10 en 30 minuten aan het blad, waarbij de hoofdartikelen, de dossiers en de rubriek ‘Zorgcoach’ het meest in de smaak vallen. Toch is er ook feedback. Een aantal lezers vindt de teksten te lang, een kleiner deel mist herkenning, bijvoorbeeld bij jongere weduwen of mensen die nog niet gepensioneerd zijn. Ook werd vaker genoemd dat men het blad niet ontvangt. Hier gaan we uiteraard achteraan.

Onderwerpen die aanspreken – en missen

Lezers zijn vooral geïnteresseerd in thema’s als gezond leven, zelfstandig wonen, dementie en mantelzorg. Ook zingeving en eenzaamheid scoren hoog. Toch is er ook behoefte aan verdieping: meer over voeding, alternatieve geneeswijzen, de impact van medicijngebruik en verschillen tussen mannen en vrouwen in de zorg.

Nieuwsbrief: compact en gewaardeerd

Onze nieuwsbrief, die zes keer per jaar verschijnt, wordt goed gelezen. Ook hier geeft het merendeel een 7 of hoger. De afwisseling in onderwerpen en het informatieve karakter vallen in de smaak. Slechts een kleine groep zou de nieuwsbrief liever vaker ontvangen. Wel is er ruimte voor verbetering: meer verdieping, kortere teksten en soms een visuelere opmaak worden genoemd.

Print en online – goed duo!

We verwijzen in het magazine regelmatig naar onze website zilverschild.nl. 77% voelt zich uitgenodigd om daar verder te lezen. Respondenten lezen online door voor meer verdieping en specifiekere informatie. De mensen die dat niet doen, geeft aan bijvoorbeeld liever van papier te lezen. Een respondent: ‘De papieren versie geeft je een ‘thuis’ gevoel. Prettig vast te houden en te lezen, mede door de zeer goede artikelen.

Website: degelijk, maar nog niet bij iedereen bekend

Van de respondenten heeft 79% onze website weleens bezocht. De waardering ligt gemiddeld rond een 7, met positieve scores voor gebruiksvriendelijkheid en structuur. Toch zegt bijna een derde de zoekfunctie niet te gebruiken – vaak omdat de informatiebehoefte er niet is, of omdat men niet weet wat er te vinden is. Een logische conclusie: we mogen best wat zichtbaarder maken wat Zilverschild allemaal biedt.

Dienstverlening en voordelen: positief beoordeeld

Meer dan 80% van de respondenten is tevreden of zeer tevreden over de dienstverlening. De korting op de premie, de informatie over gezondheid en preventie, en het gevoel van betrokkenheid worden gewaardeerd. De enkele punten van kritiek betroffen de korting, het formaat van het magazine en persoonlijke qua onderwerpen. 

Tot slot: wat nemen we mee?

We zijn blij met de positieve waardering – en we nemen de signalen serieus. Dat betekent onder andere:

  • Beter checken of iedereen het magazine ontvangt.
  • Zorgen voor meer herkenning en diversiteit in de verhalen.
  • Nog duidelijker communiceren over de voordelen van Zilverschild.
  • Extra aandacht voor toegankelijke digitale informatie, zonder papier uit het oog te verliezen.

Heeft u de enquete nog niet gedaan, dat kan nog wel. Doe de enquete via deze link.

Samen blijven we verbeteren.

Gegrilde asperges met zalm en avocadodressing

(Voor 2 personen)

Ingrediënten:

  • 400 g witte of groene asperges
  • 200 g zalmfilet
  • 1 el olijfolie
  • ½ tl citroensap
  • 1 tl dille (vers of gedroogd)
  • Peper en zout naar smaak
  • 1 handje rucola

Voor de avocadodressing:

  • ½ avocado
  • 1 el Griekse yoghurt
  • 1 tl mosterd
  • 1 el citroensap
  • 1 el olijfolie
  • 1 klein teentje knoflook (geperst)
  • Peper en zout naar smaak

Bereidingswijze:

  1. Asperges voorbereiden:

    • Schil de witte asperges en snijd de houtachtige onderkant af (bij groene asperges hoeft schillen niet).
    • Kook ze 4-5 minuten in lichtgezouten water en giet ze af.
  2. Zalm bakken:

    • Besprenkel de zalm met olijfolie, citroensap, dille, peper en zout.
    • Bak de zalm in een pan op middelhoog vuur in 3-4 minuten per kant (of grill hem in de oven op 200°C, 12 minuten).
  3. Avocadodressing maken:

    • Prak de avocado en meng met Griekse yoghurt, mosterd, citroensap, olijfolie en knoflook.
    • Breng op smaak met peper en zout.
  4. Asperges grillen:

    • Verhit een grillpan en grill de asperges kort tot ze mooie streepjes hebben.
  5. Serveren:

    • Leg de asperges op een bord, plaats de zalm erbovenop en voeg een handje rucola toe.
    • Besprenkel met de avocadodressing en serveer direct.

💡 Tip: Voeg een gekookt ei of wat geroosterde pijnboompitten toe voor extra smaak en voeding!

Dit recept is gezond voor diabetici om verschillende redenen:

  1. Weinig koolhydraten: Asperges en zalm bevatten weinig koolhydraten, waardoor ze geen snelle bloedsuikerpiek veroorzaken. Ze helpen de bloedsuikerspiegel stabiel te houden.

  2. Gezonde vetten en vezels: Avocado biedt gezonde vetten en vezels, die de opname van suikers vertragen en insulineresistentie kunnen verbeteren. Asperges en rucola zijn rijk aan vezels, wat het verzadigingsgevoel vergroot en bloedsuikerpieken voorkomt.

  3. Hoogwaardige eiwitten: Zalm en Griekse yoghurt bieden eiwitten, essentieel voor spierbehoud en energie zonder bloedsuikerstijgingen.

  4. Weinig verzadigde vetten: Het gerecht bevat geen snelle suikers of bewerkte koolhydraten, en de vetten zijn voornamelijk onverzadigd, wat goed is voor het hart.

  5. Voedingsstoffen: Asperges bevatten vitamine K en antioxidanten die de bloedsuikerspiegel helpen reguleren, terwijl zalm rijk is aan vitamine D en B12, die de stofwisseling ondersteunen.

Al ruim één miljoen Nederlanders hebben diabetes type 2 en dat aantal stijgt hard. De landelijke organisatie 2diabeat zet zich in om die opmars te stoppen door samen met u in álle wijken de gezondheid te bevorderen. 

“Een imam uit de Schilderwijk in Den Haag meldde zich als een van de eerste aanjagers bij 2diabeat”, vertelt Janneke de Groot, projectmanager bij 2diabeat. “Samen met een huisarts en een welzijnswerker wilde hij in zijn moskee aandacht besteden aan de leefstijl van de mensen. Met succes. Zo leidde het creëren van bewustwording tijdens de koffie-ochtenden tot gezondere hapjes en drankjes en worden er nu wandelgroepen en gezondheidschecks georganiseerd vanuit de moskee.”

Omkeerbaar

Het is een mooi voorbeeld van een initiatief in een van de 75 wijken waar 2diabeat op dit moment actief is. De organisatie werd in 2019 opgericht door vijf gezondheidsorganisaties die zagen dat diabetes type 2, oftewel ‘suikerziekte’, enorm toeneemt. Tegelijkertijd was een paar jaar eerder duidelijk geworden dat de ziekte bij maar liefst 40 – 70 procent van de patiënten omkeerbaar is. Een gezonde leefstijl is daarbij de sleutel. Daarom richt 2diabeat zich op de vier pijlers van een gezonde leefstijl: beweging, voeding, ontspanning en slaap. 

 

Wijkgerichte aanpak

Omdat 2diabeat een beweging van onderaf op gang wil brengen, hanteert de organisatie een wijkgerichte aanpak. Janneke: “Die manier van werken is uniek in Nederland.” Het doel is om al bestaande lokale initiatieven van professionals en bewoners in één wijk te verbinden en te versterken. Denk aan deelnemers van een lokale wandelvereniging die tijdens of na het wandelen een huisarts, fysiotherapeut, diëtist of buurtsportcoach uitnodigen om tips te krijgen voor een gezondere leefstijl. Janneke: “Onze aanpak is laagdrempelig, persoonlijk en menselijk. Daardoor zijn mensen meer geneigd om die gezonde leefstijl zelf te willen.

 

Lokale aanjagers

Lokale aanjagers spelen bij die aanpak een cruciale rol. “Dat zijn mensen die het voortouw nemen om in hun eigen buurt de beweging richting een gezonde leefstijl op gang te brengen”, legt Janneke uit. “Denk aan huisartsen, buurtsportcoaches en vrijwilligers. En we zien steeds vaker ervaringsdeskundigen die van hun diabetes af zijn en nu hun buurtgenoten willen inspireren en helpen. Kortom: iedereen die ervan overtuigd is dat het anders kan en zich daarvoor wil inzetten, kan aanjager worden bij 2diabeat.” (zie ook kader)

 

1 miljard besparen

In 2027 wil 2diabeat in alle gemeenten tenminste in één wijk op deze manier actief zijn. Janneke: “Het begint met bewustwording creëren, zodat mensen zelf aan de slag gaan en pas daarna kun je voorzichtig de eerste resultaten meten. Maar als we deze werkwijze in heel Nederland implementeren kunnen we uiteindelijk 1 miljard euro aan zorgkosten besparen doordat mensen minder zorg en medicijnen nodig hebben.” 

 

Doe mee met 2diabeat

Ziet u de gevolgen van diabetes type 2 en een ongezonde leefstijl in uw wijk? En wilt u dat daar verandering in komt? Wordt dan aanjager! Als aanjager bent u het aanspreekpunt van uw wijk. U zoekt medestanders, zorgt voor verbinding tussen diverse initiatieven en fungeert als coördinator van het lokale netwerk. Bij het verkennen, opstarten en uitvoeren van de wijkaanpak krijgt u praktische hulp en ondersteuning vanuit 2diabeat. Zo helpt u andere bewoners in uw wijk om diabetes type 2 te voorkomen of ervan af te komen. Een dankbare taak! Informatie: 2diabeat.nl/meedoen

 

Initiatieven

 

Vitaal Nieuwegein-Zuid

“De nood is heel hoog”, antwoordt Stephanie van der Kreeft op de vraag waarom zij lokale aanjager is geworden voor 2diabeat. Als leefstijlcoach geeft Stephanie workshops en doet ze preventief medisch onderzoek bij organisaties in heel Nederland. “Ik ben drie jaar geleden de gezondheidszorg in gerold en ik zag dat daar zoveel misgaat. Daar wil ik verandering in brengen, en ik geloof, net als 2diabeat, heel erg in verandering van onderaf. Daarom wilde ik beginnen in mijn eigen omgeving, de plek waar mijn vrienden wonen en mijn kinderen naar school gaan.” Die plek is Nieuwegein-Zuid, dat uit vier verschillende wijken bestaat. Zelf komt Stephanie uit Vreeswijk, maar overkoepelend samenwerken tussen de wijken is belangrijk, zegt ze. “In Vreeswijk hebben we bijvoorbeeld niet alle faciliteiten op het gebied van gezondheidszorg. Maar we hebben wel meer horecagelegenheden en evenementen dan de andere wijken. Door samen te werken, kunnen we elkaar versterken.” 

Op 16 oktober organiseerde Stephanie voor het eerst een lokale gezondheidsmarkt in het dorpshuis, Fort Vreeswijk. Wijkbewoners konden er hun bloeddruk, cholesterolgehalte en bloedsuikerspiegel laten meten bij een van de prikpunten van de Hartstichting. Daarnaast konden mensen deelnemen aan een korte wandeling, een dans- of yogaworkshop, een budgettraining en een demo valpreventie. Stephanie: “Mensen hebben altijd interesse in “meten is weten”. Maar we wilden ze ook uitnodigen om met ons in gesprek te gaan over hun behoeftes op het gebied van hun gezondheid. Er wordt in Nieuwegein-Zuid al van alles georganiseerd, maar dat is meestal vanuit de professionals. Wat we willen stimuleren, is dat inwoners ook zelf activiteiten gaan organiseren.” Zo wil gepensioneerd journalist Hans Kraak, zelf diabetespatiënt, een nieuwe wandelgroep starten. Hans: “Ik wil graag wandelen, maar de wandelclubs in de buurt lopen 10 kilometer. Dat is te ver voor mij. Daarom begin ik een eigen wandelgroep “wandelen op maat”, voor mensen die minder ver én op flexibele tijden willen wandelen.” Hans kreeg op de gezondheidsmarkt zeer positieve reacties op zijn initiatief. “En nu moeten we het nog gaan doen!” 

Informatie:Vitaal Nieuwegein Zuid

 

Gezond in de Risdam

“Starten lukt me wel, maar ik vind het moeilijk om het daarna ook vol te houden”, zegt 2diabeat-aanjager en sociaal werker Astrid Hoogewoning. Astrid heeft zelf diabetes type 2 en weet hoe lastig het kan zijn om duurzaam gezond te leven. Astrid: “Ik weet dat veel mensen tegen hetzelfde aanlopen en het zou mooi zijn als we elkaar hierbij kunnen helpen.” Samen met collega Daniël Schuurman startte ze daarom het 2diabeat-wijkinitiatief “Gezond in de Risdam” in Hoorn. 

De werkwijze van 2diabeat spreekt Astrid aan: “In Hoorn zijn al veel goede initiatieven, alleen opereren die allemaal los van elkaar. 2diabeat helpt ons om die lokale initiatieven met elkaar, de bewoners en gezondheidsprofessionals te verbinden, zodat we de slagkracht kunnen verbeteren.” 

Het komende jaar organiseren Astrid en Daniël onder meer inloopspreekuren en een informatiemarkt in het wijkcentrum. Ook willen ze onderzoeken hoe ze senioren kunnen ondersteunen en hoe ze bestaande initiatieven een nieuwe impuls kunnen geven. 

Informatie: Gezond in Risdam

 

Benzomoe

Volwassenen die slecht slapen, hebben volgens Trimbos een verhoogd risico op obesitas, diabetes, kanker en hart- en vaatziekten. Daarom slikken ruim 1,3 miljoen Nederlanders zogenaamde benzodiazepinen, oftewel: slaappillen. In de praktijk blijkt echter dat die slaapmiddelen vaak niet of zelfs averechts werken. Voor de huisartsen en apothekers in Kortenhoef reden om daar iets aan te doen. 

“Het begon tijdens een overleg tussen de apothekers en de huisartsen in de regio”, vertelt apotheker Heleen Kuijper-Tissot van Patot. “Eén van de agendapunten was Benzomoe, een landelijk initiatief dat het gebruik van slaapmiddelen wil terugdringen.” Lokale 2diabeat-aanjager Susanne Renkema adviseerde hen een wijkgerichte aanpak die de mensen ondersteunt bij de afbouw van slaapmedicatie en het opnieuw aanleren van gezond slaapgedrag met behulp van een slaaptherapeut. Met succes: het aantal gebruikers van slaapmedicatie nam af met zo’n twintig procent. En álle mensen die werden begeleid door de slaaptherapeut, slaagden erin te stoppen met de slaapmiddelen.

Informatie: Benzomoe

 

 

Corine Heijneman (50) worstelde jarenlang met ondervoeding door een combinatie van medicijngebruik en verkeerde voeding. Tot haar beide kinderen Diabetes type I kregen.

“Met voeding was ik nooit zo bezig. Ik ben opgegroeid met pakjes en zakjes als de Knorr wereldgerechten en Chicken Tonight. Daar zaten altijd verse groenten bij en ik kwam niet aan, dus ik at toch gezond?
Op mijn 24e kreeg ik de diagnose reuma. Toen een jaar later de behandelingen startten, ging het al snel bergafwaarts met mijn gezondheid. Door een combinatie van de ziekte en de medicijnen had ik minder eetlust, kreeg ik longproblemen en verloor ik veel gewicht. Op een gegeven moment woog ik nog maar 48 kilo. Bij de artsen gingen de alarmbellen rinkelen en ik kreeg prednison ter behandeling van de reuma en de longproblemen. Dat leek te werken. Ik kwam bovendien weer aan. Problem solved, aldus de artsen. 

 

Zwart gat

Bijna tien jaar lang kreeg ik prednison als onderhoudsmedicatie. Maar wat prednison doet, is je lichaam in de overlevingsmodus zetten, waardoor alle voedingsstoffen in verhoogd tempo worden afgebroken en omgezet in glucose. Na tien jaar ging de prednison dan ook problemen geven: mijn pezen begonnen af te breken. Ik stopte met de medicijnen en kwam terecht in het meest zwarte gat wat ik heb gekend. In een paar weken ging ik van 63 kilo naar 46 kilo, ik was depressief en mijn spiermassa was nul. Doordat mijn lichaam zo verzwakt was, werd ik vatbaar voor ziektes en zo liep ik wondroos op. Tijdens het kinderfeestje van mijn dochter die net vijf was geworden, was ik er zo slecht aan toe dat ik met een ambulance naar het ziekenhuis ben gebracht. Ik kreeg antibiotica en eiwitten om aan te komen. Dat werkte, maar ik dacht toen wel: wat ga ik nu doen? Want de artsen richtten zich alleen op de behandeling van de aandoeningen, en het probleem van de ondervoeding bleef een bijzaak. 

 

Benjamin Button

Met hulp van een diëtist kwam ik weer voldoende aan. Niet veel later werd ik voor de tweede keer zwanger, wat opnieuw een roofbouw was op mijn lichaam. Ik stond aan de vooravond van zwangerschapsdiabetes. Zo ben ik nog negen jaar blijven doorsukkelen. Tot in 2019 mijn beide kinderen diabetes type I kregen. Toen dacht ik: wacht eens even, ik geef ze nu medicijnen voor de koolhydraten die ze hebben gegeten. Dus wat als we die koolhydraten eens verminderen? Insuline oké, maar de gezondheid van mijn gezin moest op de eerste plaats komen. We hebben er met elkaar als gezin ruim een jaar voor uitgetrokken om ons voedingspatroon aan te passen. Alle snelle koolhydraten eruit en alleen nog maar puur, onbewerkt voedsel. We eten nu veel meer bladgroenten en goede eiwitten uit vlees van grasgevoerde dieren voor de spiermassa. Met mijn kinderen ging het al snel veel beter, en op een gegeven moment zei mijn dochter: “Kijk ook eens naar jezelf mam. Jij gaat ook enorm vooruit.” Ik heb nu inderdaad veel meer energie, minder haaruitval, een stabiel natuurlijk gewicht en de stijfheid in mijn gewrichten door de reuma is minder. Ik ben net Benjamin Button (red. naar de film The Curious Case of Benjamin Button): hoe langer ik leef hoe beter het gaat. Nog even en ik ben helemaal in balans.”

Het hele artikel uit het dossier: Gezonde voeding, staat in Rond uw Zorg en Welzijn 01 – 2025

 

Kant-en-klaarmaaltijden zijn een populaire keuze voor mensen die snel en makkelijk willen eten, maar uit recent onderzoek blijkt dat deze maaltijden vaak ongezonder zijn dan online aanbieders beweren. De Consumentenbond heeft 224 maaltijden van 15 verschillende aanbieders onderzocht en kwam tot de conclusie dat maar acht van deze maaltijden voldoen aan de richtlijnen van het Voedingscentrum voor een gezonde maaltijd. Wat blijkt? Veel van deze maaltijden bevatten te veel zout, onvoldoende groenten en geen volkorengranen.

Te Veel Zout in Maaltijden

Een van de grootste gezondheidsrisico’s van kant-en-klaarmaaltijden is het hoge zoutgehalte. Gemiddeld bevatten de maaltijden 3 gram zout, terwijl het Voedingscentrum adviseert om niet meer dan 2 gram per maaltijd te consumeren. Het zoutgehalte is een belangrijk punt, aangezien een teveel aan zout kan bijdragen aan verhoogde bloeddruk en andere gezondheidsproblemen. Een opvallende uitkomst was dat sommige aanbieders, zoals Maaltijdservice.nl, maar liefst 4 gram zout per maaltijd gebruiken, wat ver boven de aanbevolen limiet ligt.

Te Weinig Groenten en Gezonde Granen

Naast het hoge zoutgehalte komt uit het onderzoek naar voren dat veel maaltijden te weinig groenten bevatten. De aanbevolen hoeveelheid van 150 gram groente per maaltijd wordt door de helft van de onderzochte aanbieders niet gehaald, hoewel veel van deze aanbieders claimen dat er juist veel groenten in hun maaltijden zitten. Dit maakt het moeilijker om voldoende voedingsstoffen en vezels uit groenten te halen. Bovendien wordt er vaak witte pasta of witte rijst gebruikt in plaats van de gezondere volkorenvarianten, die meer vezels en voedingsstoffen bevatten.

Calorieën en vet vallen meestal mee

Hoewel de hoeveelheid calorieën en verzadigde vetten in de meeste maaltijden vaak wel binnen de aanbevolen normen valt, is dit slechts een deel van het verhaal. De maaltijden missen vaak de essentiële elementen die nodig zijn voor een gebalanceerd dieet, zoals voldoende groenten en volkorenproducten. Dit kan op de lange termijn gevolgen hebben voor de gezondheid, zelfs als de calorieën op orde lijken.

Veel aanbieders blijven handhaven

Desondanks blijven verschillende aanbieders, zoals Vers aan Tafel, Apetito, en Factor Meals, volhouden dat hun maaltijden voldoen aan de richtlijnen van het Voedingscentrum. Dit roept de vraag op of consumenten wel voldoende geïnformeerd worden over wat er daadwerkelijk in hun maaltijden zit. Gelukkig hebben meerdere aanbieders inmiddels toegezegd om eerlijker te communiceren over hun maaltijden en de voedingswaarden die ze bevatten.

Eigen keuze onder de loep

Als u regelmatig kant-en-klaarmaaltijden bestelt, is het belangrijk om goed te kijken naar de voedingswaarde en de claims van de aanbieders. Het kan helpen om maaltijden te kiezen die wel voldoen aan de richtlijnen van het Voedingscentrum en die een goede balans bieden van groenten, granen en andere essentiële voedingsstoffen. Het is ook een goed idee om maaltijden te vermijden die te veel zout bevatten of te weinig groente en volkorenproducten gebruiken. Zo kunt u ervoor zorgen dat u een gezonde en evenwichtige maaltijd eet, zelfs als u kiest voor gemak.

In de volgende editie van RuZW – 1 2025 (verschijning 11 april) zullen we meer aandacht besteden aan gezonde voeding.

Een schrale keel, een branderig gevoel bij het slikken of een hese stem – keelpijn kan behoorlijk vervelend zijn. In de apotheek en supermarkt zijn tal van middeltjes te vinden, van dure keelpastilles tot verzachtende sprays. Maar wat als een eenvoudige oplossing zoals gorgelen met zout water net zo effectief zou zijn? Laten we dat eens onder de loep nemen.

Wat helpt bij keelpijn?

De meeste gevallen van keelpijn worden veroorzaakt door een virus, vaak in het kader van een verkoudheid. Maar ook overbelasting van de stem, droge lucht of irritatie door roken kunnen bijdragen aan dat oncomfortabele gevoel in de keel. Gelukkig verdwijnt keelpijn meestal vanzelf binnen een week of tien dagen. Tot die tijd kunt u de klachten verlichten door goed gehydrateerd te blijven, regelmatig iets te zuigen (zoals een snoepje of zuigtablet) en indien nodig een pijnstiller zoals paracetamol te nemen. Daarnaast helpt het om uw stem rust te geven en rokerige omgevingen te vermijden.

Gorgelen met zout water: zinvol of een fabel?

Hoewel het wetenschappelijke bewijs beperkt is, zijn er aanwijzingen dat gorgelen met zout water een mild positief effect kan hebben. Het spoelt bacteriën en virussen uit de keel en kan helpen om overtollig slijm los te maken. Bovendien trekt zout vocht uit gezwollen slijmvliezen, wat kan zorgen voor een afname van de zwelling en verlichting van de pijn.

Wilt u het proberen? Los een afgestreken theelepel zout op in een kopje warm water, neem een slok en gorgel hiermee gedurende 15 tot 30 seconden. Spuug het water vervolgens uit en herhaal dit tot het kopje leeg is. Doe dit maximaal twee à drie keer per dag, want te vaak gorgelen kan het slijmvlies juist uitdrogen. Vindt u de smaak van zout water onaangenaam? Dan kunt u ook kiezen voor kamillethee, dat een verzachtend effect heeft maar de zwelling niet vermindert.

Wanneer beter niet gorgelen?

Voor jonge kinderen is gorgelen met zout water minder geschikt, omdat zij het per ongeluk kunnen doorslikken. Ook mensen met een verhoogde bloeddruk of een nieraandoening moeten oppassen met een extra zoutinname. En als u zich snel verslikt, is het wellicht verstandiger om een andere remedie te kiezen.

Conclusie

Gorgelen met zout water is geen wondermiddel, maar kan zeker helpen om keelpijn iets dragelijker te maken. Het is een eenvoudige, goedkope en natuurlijke methode die u zonder veel moeite kunt proberen. En wie weet: misschien voelt uw keel na een paar spoelbeurten al een stuk beter!

Het is een bekend fenomeen: u wordt midden in de nacht wakker en het lukt maar niet om weer in slaap te vallen. De minuten kruipen voorbij, u ligt te woelen en misschien begint u zich zorgen te maken over de volgende dag. Voor veel mensen, en zeker voor gepensioneerden, kan dit een hardnekkig probleem zijn. Maar wat zijn de oorzaken, en nog belangrijker: wat kunt u eraan doen?

Waarom worden we ’s nachts wakker?

Ons slaappatroon verandert naarmate we ouder worden. De diepe slaapfasen worden korter en we slapen lichter, waardoor we gevoeliger zijn voor prikkels van buitenaf. Dit kan leiden tot vaker wakker worden in de nacht. Enkele veelvoorkomende oorzaken zijn:

  • Veranderde slaapstructuur: Ouderen brengen minder tijd door in de diepe slaapfase en worden daardoor sneller wakker.
  • Hormonale veranderingen: De aanmaak van melatonine, het hormoon dat de slaap regelt, neemt af met de leeftijd.
  • Medische oorzaken: Pijnklachten, nachtelijk plassen (nycturie) en slaapapneu kunnen de slaap verstoren.
  • Mentale factoren: Stress, zorgen en gepieker kunnen ervoor zorgen dat u ’s nachts wakker ligt en de slaap niet kunt hervatten.
  • Omgevingsfactoren: Licht, geluid of een oncomfortabel matras kunnen het moeilijk maken om door te slapen.

Wat kunt u doen om beter door te slapen?

Gelukkig zijn er verschillende manieren om beter door te slapen en de negatieve gevolgen van nachtelijk wakker worden te verminderen.

1. Accepteer dat u wakker bent

Het klinkt misschien tegenstrijdig, maar hoe meer u zich druk maakt over het wakker liggen, hoe moeilijker het wordt om weer in slaap te vallen. Probeer de tijd die u wakker ligt te accepteren en blijf ontspannen.

2. Creëer een vast slaapritueel

Een regelmatig slaappatroon helpt uw lichaam om een gezond slaap-waakritme te behouden. Ga elke dag rond dezelfde tijd naar bed en sta op een vast tijdstip op, ook in het weekend.

3. Zorg voor een comfortabele slaapomgeving

  • Zorg voor een goed matras en een kussen dat bij uw slaaphouding past.
  • Houd de slaapkamer koel, donker en stil.
  • Vermijd felle schermen en fel licht in de avond, omdat dit de aanmaak van melatonine kan verstoren.

4. Let op uw voeding en cafeïnegebruik

Vermijd cafeïne en zware maaltijden enkele uren voor het slapengaan. Cafeïne kan tot zes uur na consumptie nog effect hebben op uw slaap.

5. Blijf kalm en ontspan

Lukt het niet om snel weer in slaap te vallen? Probeer ontspanningstechnieken zoals diepe ademhaling, meditatie of rustige muziek. Lezen (met gedempt licht) kan ook helpen om de geest te kalmeren.

6. Sta even op als u echt niet kunt slapen

Blijft u langer dan 20 minuten wakker liggen? Ga dan even uit bed en doe iets rustgevends, zoals lezen of luisteren naar zachte muziek. Vermijd fel licht en schermen.

7. Beweeg regelmatig overdag

Lichaamsbeweging, zoals wandelen of yoga, helpt om de slaapkwaliteit te verbeteren. Probeer dit echter niet vlak voor het slapengaan te doen, want dan kan uw lichaam juist actiever worden.

Wanneer moet u hulp zoeken?

Als u regelmatig last heeft van slapeloosheid en dit uw dagelijks functioneren beïnvloedt, is het verstandig om een arts of slaapspecialist te raadplegen. Soms kunnen onderliggende medische aandoeningen of bepaalde medicatie een rol spelen bij uw slaapproblemen.

Tot slot

Midden in de nacht wakker worden is vervelend, maar met de juiste aanpassingen kunt u uw nachtrust aanzienlijk verbeteren. Probeer niet te piekeren over het wakker worden, maar focus op ontspanning en een gezond slaappatroon. Zo zorgt u ervoor dat u uitgerust en vol energie aan een nieuwe dag begint.

Ook Zilveren Kruis heeft hulp bij niet goed kunnen slapen: Thema: Beter slapen – Zilveren Kruis

In december 2024 werd er een medicijncheck-enquête verspreid onder onze nieuwsbriefabonnees en via het magazine Rond uw Zorg en Welzijn. Wist u dat maar liefst 855 van de 1039 respondenten nog nooit een medicijncheck hebben laten doen? Terwijl uit het onderzoek blijkt dat 100 van de 160 mensen die wel een check ondergingen, een positieve verandering in hun medicatie ervoeren. Dit toont aan hoe belangrijk zo’n simpele controle kan zijn voor uw gezondheid. Lees hier meer over de enquete en de resultaten.

Wat is een medicijncheck en waarom is het belangrijk?

Een medicijncheck is een evaluatie van uw huidige medicatie door een apotheker. Hierbij wordt gekeken of de medicijnen die u gebruikt nog steeds optimaal werken, of er bijwerkingen zijn en of combinaties veilig zijn. Hoewel veel mensen regelmatig medicijnen gebruiken, blijkt uit het onderzoek dat slechts een deel daadwerkelijk een medicijncheck heeft laten doen.

Heeft u al een medicijncheck gedaan?

Van de 1039 respondenten hebben 1030 mensen antwoord gegeven op de vraag of zij ooit een medicijncheck hebben laten uitvoeren. Een aanzienlijk deel (855 deelnemers) heeft dit nog nooit laten doen. Dit geeft aan dat er nog veel bewustwording gecreëerd kan worden.

Eigen initiatief of oproep van de apotheek?

175 Mensen van alle respondenten (1039) geven aan wél een medicijncheck te hebben gedaan. 94 personen hebben dit gedaan op initiatief van de apotheker (wat wij toejuichen) 18 op aanraden van de huisarts/dokter en 36 op eigen initiatief al dan niet na het lezen van het artikel hierover. Dit betekent dat áls er controles plaatsvinden, de meeste controles plaatsvinden nadat mensen door hun apotheker zijn benaderd. Al is 160 personen van de 1039 nog steeds een (te) kleine groep

Wat verandert er na een medicijncheck?

Uit het onderzoek blijkt dat na de medicijncheck bij 160 personen bij 100 van hen geen aanpassing is doorgevoerd in hun medicatie. Aanpassingen kunnen variëren van een andere dosering tot een volledig ander medicijn. Bij 19 personen is de dosis van het medicijn verlaagd, bij 4 personen is de dosis verhoogd. 12 personen zijn gestopt met een medicijn en 8 personen zijn begonnen met een nieuw medicijn. 18 personen zijn gewisseld van medicijn. Dit bevestigt dat een check waardevol kan zijn: zonder deze controle zouden deze verbeteringen en veranderingen misschien niet zijn doorgevoerd.

Bent u tevreden met de aanpassingen?

Van de 148 respondenten die antwoord gaven op deze vraag, gaf een groot deel (105 personen) aan tevreden te zijn met de aangepaste medicatie. Dit onderstreept dat een medicijncheck echt een verschil kan maken in uw welzijn en gezondheid.

De rol van de apotheker: hoe ervaart u het contact?

Een goede relatie met uw apotheker is cruciaal voor het vertrouwen in de medicatie. Uit de enquête blijkt dat 153 mensen van de 160 die de check gedaan hebben, het contact met de apotheker als positief ervaren. Toch betekent dit dat er nog verbetering mogelijk is, bijvoorbeeld door meer persoonlijke aandacht en duidelijkere uitleg.

Kreeg u voldoende uitleg?

van de 133 personen die deze vraag beantwoord hebben, gaven 82 personen aan volledig geïnformeerd te zijn over de eventuele aanpassingen of veranderingen. 13 personen gaven aan deels geïnformeerd te zijn, 12 personen nauwelijks en 26 personen kregen totaal geen uitleg over de redenen achter de medicatie-aanpassingen. Dit aantal ligt relatief hoog en laat zien dat er nog winst te behalen valt in de communicatie tussen apotheker en patiënt.

Overweegt u alsnog een medicijncheck?

Misschien wel het meest bemoedigende resultaat: 735 respondenten gaven aan dat zij na het lezen van informatie over de medicijncheck alsnog van plan zijn om deze te laten uitvoeren. Dit laat zien dat goede voorlichting een enorme impact kan hebben op de bereidheid van patiënten om actief met hun medicijngebruik om te gaan.

Conclusie: tijd voor actie!

Een medicijncheck kan een groot verschil maken in uw gezondheid en welzijn. Toch blijkt uit dit onderzoek dat veel mensen hier niet over worden geïnformeerd en niet voor worden uitgenodigd. De cijfers tonen aan dat meer voorlichting en duidelijke communicatie essentieel is om mensen te overtuigen van het belang van een medicijncheck. Er is nog veel ruimte voor bewustwording en betere communicatie. Positief is dat 735 mensen na het onderzoek overwegen een check te doen. Maar meer voorlichting en actie zijn nodig om medicatieveiligheid te verbeteren.

De belangrijkste cijfers uit het onderzoek op een rij

  • 1039 respondenten namen deel aan de enquête.
  • 855 mensen (82%) hebben nog nooit een medicijncheck laten doen.
  • 175 mensen hebben wél een medicijncheck gedaan:
    • 94 op initiatief van de apotheker.
    • 18 op aanraden van de huisarts.
    • 36 op eigen initiatief.
  • 100 van de 160 gecontroleerde personen ervoeren een positieve verandering in hun medicatie.
  • 105 van de 148 respondenten zijn tevreden met de aanpassingen.
  • 153 van de 160 personen ervoeren het contact met de apotheker als positief.
  • 82 van de 133 respondenten voelden zich volledig geïnformeerd over medicatie-aanpassingen.
  • 735 mensen overwegen na het onderzoek alsnog een medicijncheck te doen.

Heeft u nog nooit een medicijncheck laten doen? Neem vandaag nog contact op met uw apotheek en ontdek wat een controle voor u kan betekenen.

 

Steeds meer consumenten kiezen ervoor om online te winkelen, en dit heeft geleid tot een jaarlijkse stijging in de totale omzet van webshops. Volgens het CBS genereerden Nederlandse bedrijven in 2020 maar liefst 32 miljard euro aan online omzet. Deze groeiende populariteit van online winkelen maakt webshops echter ook aantrekkelijk voor cybercriminelen en fraudeurs. In 2021 werden er bijvoorbeeld 17.500 aangiftes gedaan bij de politie door slachtoffers van malafide webwinkels. Geschat wordt dat minstens 20% van de Nederlandse webshops onbetrouwbaar is.

Verschilende vormen van fraude

In veel gevallen betalen slachtoffers voor producten op een nepwebsite, waarna ze zowel hun geld als de beloofde artikelen nooit ontvangen. Maar er bestaan ook andere vormen van fraude. Zo kan het gebeuren dat u denkt een merkproduct te kopen, terwijl u uiteindelijk een namaakvariant ontvangt.

De groei van dropshipping speelt hierin een rol. Bij dropshipping plaatst u een bestelling bij een Nederlandse webshop, maar ontvangt u een pakketje vanuit bijvoorbeeld Azië. De webshop beheert zelf geen voorraad en stuurt uw bestelling direct door naar de leverancier. Hierdoor heeft de online winkelier het product vaak nooit zelf gezien of gecontroleerd op kwaliteit.

Herken een malafide webwinkel

Maar hoe kunt u bepalen of een webshop betrouwbaar is? Sommige nepwebwinkels zijn gemakkelijk te doorzien, maar er bestaan ook frauduleuze websites die zo professioneel zijn opgezet dat ze bijna niet van echte webshops te onderscheiden zijn. In dit artikel leert u hoe u nepwebwinkels tijdig kunt herkennen en wat u kunt doen als u toch slachtoffer bent geworden van online oplichting.

  1. Standaard ontwerp en taalfouten op de website.
  2. Hoge kortingen voor populaire producten.
  3. Vreemde of afwijkende domeinnaam.
  4. Geen veiligheidscertificaat (https).
  5. Geen Thuiswinkel Waarborg Keurmerk.
  6. Geen contactpagina.
  7. Geen reviews of slechte reviews.
  8. Alleen mogelijk om vooraf te betalen.
  9. De website is relatief nieuw.
  10. De webshop adverteert vooral via sociale media.

Wil u meer weten over nep-webshops en wat te doen als uw slachtoffer bent geworden van oplichting via een malafide webshop? Lees dan het uitgebreide artikel hier.

 

Heeft u weleens last van een slechte adem? Voor velen is dit een tijdelijke ongemak, maar voor sommigen kan het een blijvend probleem zijn dat zowel het zelfvertrouwen als sociale interacties belemmert. Wist u dat naar schatting één op de vier mensen wereldwijd last heeft van chronische slechte adem, ook wel halitose genoemd? In dit artikel leest u wat de oorzaken zijn, welke gevolgen het kan hebben en vooral: hoe u dit probleem kunt aanpakken.

Wat veroorzaakt een slechte adem?

Slechte adem wordt vaak veroorzaakt door bacteriën in de mond die zwavelverbindingen produceren. Hier zijn enkele veelvoorkomende oorzaken:

1. Gebrek aan mondhygiëne
Wanneer u onregelmatig uw tanden poetst en niet flost, blijven voedselresten en tandplak achter. Deze kunnen een broedplaats vormen voor bacteriën.

2. Droge mond
Speeksel helpt uw mond schoon te houden. Bij een droge mond – bijvoorbeeld door medicatie, stress of het slapen met uw mond open – krijgen bacteriën meer ruimte om zich te vermenigvuldigen.

3. Voeding
Bepaalde voedingsmiddelen, zoals knoflook, uien en koffie, kunnen een tijdelijk onaangename geur veroorzaken. Deze geur verdwijnt pas volledig als de stoffen zijn afgebroken in uw lichaam.

4. Medische aandoeningen
Tandvleesproblemen, keel- of neusinfecties en maagklachten kunnen bijdragen aan een slechte adem. Soms kan het zelfs wijzen op ernstigere aandoeningen, zoals diabetes.

5. Roken en alcohol
Roken droogt uw mond uit en laat een blijvende geur achter. Ook alcohol heeft een uitdrogend effect en kan bijdragen aan een onaangename adem.

Wat doet slechte adem met u?

Een slechte adem kan meer impact hebben dan u wellicht denkt. Het kan leiden tot onzekerheid en sociale angst. Intieme momenten kunnen ongemakkelijk worden, en professionele interacties kunnen hieronder lijden. Sommige mensen vermijden zelfs sociale situaties uit angst dat anderen hun adem ruiken, wat kan leiden tot een laag zelfbeeld en isolement.

Gelukkig is een slechte adem in de meeste gevallen goed te verhelpen. Door de oorzaak te achterhalen en actie te ondernemen, kunt u uw zelfvertrouwen herstellen.

Wat kunt u eraan doen?

Hier zijn enkele praktische tips om een slechte adem te bestrijden:

1. Verzorg uw mond goed

  • Poets minstens twee keer per dag uw tanden met een fluoridehoudende tandpasta.
  • Vergeet niet uw tong te poetsen; hier hopen zich veel bacteriën op.
  • Gebruik dagelijks floss of tandenragers om voedselresten tussen uw tanden te verwijderen.

2. Hydrateer en eet verstandig

  • Drink voldoende water om uw mond vochtig te houden.
  • Vermijd voedingsmiddelen die sterke geuren veroorzaken en kies voor snacks zoals appels of wortels, die op natuurlijke wijze uw mond reinigen.

3. Gebruik een mondspoeling
Antibacteriële mondspoelingen kunnen tijdelijk verlichting bieden. Kies bij voorkeur een variant zonder alcohol om uitdroging te voorkomen.

4. Stop met roken
Roken schaadt niet alleen uw adem, maar ook uw algehele mondgezondheid. Stoppen kan een groot verschil maken.

5. Bezoek de tandarts
Als de slechte adem aanhoudt, is het verstandig om een tandarts te raadplegen. Deze kan nagaan of tandvleesproblemen, gaatjes of andere mondgezondheidskwesties de oorzaak zijn.

6. Raadpleeg een arts bij twijfel
Wanneer de oorzaak niet in uw mond ligt, kan een arts onderzoeken of er sprake is van een onderliggende medische aandoening.

Medische oorzaken van slechte adem

Soms ligt de oorzaak van slechte adem dieper. Medische aandoeningen die hieraan kunnen bijdragen, zijn onder andere:

  • Tandvleesontsteking (gingivitis of parodontitis): Ontstekingen door een ophoping van bacteriën rond tanden en tandvlees.
  • Sinusinfecties: Slijm dat naar de keel afdruipt (postnasale drip) kan een slechte adem veroorzaken.
  • Droge mond: Door medicatie, medische aandoeningen of ouderdom kan speekselproductie afnemen.
  • Maagproblemen: Refluxziekte (GERD) kan zorgen voor zure geuren door maagzuur dat omhoogkomt.
  • Diabetes: Onbehandelde diabetes kan leiden tot een fruitige, onaangename geur door de vorming van ketonen.
  • Lever- of nierproblemen: Bij disfunctioneren van deze organen kunnen giftige stoffen in het bloed een onaangename geur veroorzaken.
  • Tonsilstenen: Ophopingen in de amandelen kunnen een sterke geur afgeven.

Een frisse toekomst tegemoet

Slechte adem hoeft geen blijvend probleem te zijn. Door de oorzaak aan te pakken en de juiste stappen te ondernemen, kunt u weer zelfverzekerd de dag tegemoet. Twijfel niet om actie te ondernemen – u verdient een frisse start!

U drinkt misschien graag een vruchtensap om snel uw dagelijkse hoeveelheid vitamine C binnen te krijgen. Maar hoe gezond is dat eigenlijk? En maakt het verschil of u kiest voor versgeperst sap of een pak vruchtensap uit de supermarkt?

Vruchtensappen bevatten inderdaad veel vitamines. Zo is sinaasappelsap rijk aan vitamine C. Toch vormen sappen geen gezond alternatief voor het eten van een stuk fruit. Volgens Marije Verwijs, expert voeding en gezondheid bij het Voedingscentrum, gaan er veel voedingsstoffen verloren tijdens het persen.

Marije: “Bij het persen blijft een deel van het vliesje van de sinaasappelpartjes achter in de pers of in de schil. Juist in dat gedeelte zitten veel vezels,” legt Verwijs uit. “Hierdoor bevat geperst sinaasappelsap minder vezels. Bovendien gaat er tijdens het persen ook al vitamine C verloren door blootstelling aan licht.”

Hoewel u door vruchtensap te drinken relatief snel vitamine C binnenkrijgt, zitten er ook nadelen aan. U krijgt ongemerkt veel suiker binnen, terwijl de meeste mensen al voldoende vitamine C uit hun dagelijkse voeding halen.

Een glas sap: 4 tot 5 sinaasappels

In één glas sinaasappelsap zitten de voedingsstoffen van wel 4 tot 5 sinaasappels, geeft Verwijs aan. “Dat betekent dat u niet alleen de gezonde stoffen, zoals vitamine C, binnenkrijgt, maar ook een flinke hoeveelheid fruitsuiker.”

Een ander nadeel is dat vruchtensap nauwelijks verzadigt. “Als u 4 sinaasappels eet, zit u waarschijnlijk snel vol,” vertelt Verwijs. “Maar bij een glas sap heeft u dat verzadigde gevoel niet. Daardoor krijgt u veel energie binnen zonder dat u het doorheeft. Voor de meeste mensen is dat niet nodig, of zelfs onwenselijk.”

Versgeperst of sap uit een pak: wat is gezonder?

Versgeperst sinaasappelsap bevat gemiddeld tot 50% meer vitamine C dan sap uit concentraat, zoals u meestal in de supermarkt vindt. Dit lijkt een voordeel, maar omdat de meeste mensen al voldoende vitamine C binnenkrijgen, is het verschil in de praktijk niet zo groot.

Wat betreft suiker maakt het echter weinig uit: in zowel versgeperst sap als sap uit een pak zit evenveel fruitsuiker. Een glas appel- of sinaasappelsap van 300 milliliter bevat al snel 7 tot 8 suikerklontjes.

Vruchtensap versus frisdrank: wat is beter?

Misschien vraagt u zich af of vruchtensappen gezonder zijn dan frisdranken. Volgens Verwijs bevatten beide dranken veel suiker. Het verschil is dat frisdrank vaak helemaal geen andere voedingsstoffen bevat, terwijl sap wel vitamine C levert.

“Desondanks adviseert de Gezondheidsraad om suikerhoudende dranken te vermijden,” aldus Verwijs. “Het is beter om te kiezen voor water, thee of koffie zonder suiker. En als u fruit wilt eten, is het beter om gewoon een stuk fruit te nemen. Zo profiteert u van alle gezondheidsvoordelen.”

Hoewel vruchtensappen niet zo gezond zijn als u misschien dacht, kan een glaasje af en toe geen kwaad. Let er wel op dat u het met mate drinkt, omdat u ongemerkt veel suiker en calorieën binnenkrijgt.

 

Bent u de 65 gepasseerd of met pensioen gegaan? Dan merkt u waarschijnlijk dat uw inkomen wat lager is, terwijl de kosten van het dagelijks leven niet minder worden. Gelukkig bestaan er seniorenkortingen die speciaal zijn bedoeld om u financieel te ontlasten. Van belastingvoordelen tot dagjes uit. We zetten ze hieronder overzichtelijk voor u op een rij.

Openbaar vervoer: goedkoper op pad

Reist u met de bus, tram of metro? Als u 65 jaar of ouder bent, krijgt u standaard 34% korting wanneer u met een persoonlijke OV-chipkaart op saldo reist. Het systeem herkent automatisch dat u recht heeft op deze korting. Gebruikt u OVpay – waarbij u incheckt met uw betaalpas, smartphone of smartwatch – dan dient u de leeftijdskorting handmatig te activeren via uw smartphone. De instructies hiervoor vindt u op de website van OVpay.

Afhankelijk van uw woonplaats zijn er bovendien aanvullende voordelen. In Nijmegen bijvoorbeeld kunnen 65-plussers met een laag inkomen gebruikmaken van voordelige busabonnementen. In regio’s zoals Den Haag, Leidschendam-Voorburg en Rijswijk biedt de Ooievaarspas vergelijkbare voordelen, waaronder gratis reizen met regionaal openbaar vervoer voor inwoners met een laag inkomen.

Reizen met de trein Ook de NS biedt aantrekkelijke kortingsmogelijkheden voor 65-plussers. Daarnaast kunt u voor internationale treinreizen soms al vanaf 60 jaar korting krijgen. Als u minder mobiel bent, is het goed om vooraf te controleren of er reisassistentie beschikbaar is om uw reis zo comfortabel mogelijk te maken.

Belastingvoordelen voor senioren

Vanaf de AOW-leeftijd (67 jaar of ouder) kunt u profiteren van fiscale voordelen. Eén daarvan is de ouderenkorting. Als uw verzamelinkomen in 2024 lager is dan €44.771, komt u in aanmerking voor een volledige korting van €2.010. Verdient u tussen de €44.771 en €58.170? Dan geldt een lagere korting, afhankelijk van de hoogte van uw inkomen. Wilt u precies weten hoeveel u kunt besparen? De rekentabel is beschikbaar op de website van de Belastingdienst.

Alleenstaandeouderenkorting Woont u alleen, of bent u getrouwd maar verblijft uw partner in een verpleeghuis? Dan kunt u mogelijk €524 extra alleenstaandeouderenkorting krijgen in 2024. Of u hiervoor in aanmerking komt, kunt u navragen bij de Sociale Verzekeringsbank (SVB).

Seniorenkorting voor uitjes en ontspanning

Een dagje weg, een avondje theater of een ontspannen weekendje weg? Voor veel activiteiten krijgt u korting zodra u een bepaalde leeftijd hebt bereikt. Veel musea, theaters, attractieparken, dierentuinen en zelfs bibliotheken bieden speciale seniorentarieven. Sommige kortingen zijn al beschikbaar vanaf uw 50e, zoals bij speciale 50plus-filmavonden in bioscopen en theaters. Ook vakantieparken en hotels hebben regelmatig aanbiedingen voor 55- of 65-plussers.

Kleine voordelen, groot verschil

Seniorenkortingen zijn er op veel gebieden en kunnen u helpen om uw kosten flink te verlagen. Of het nu gaat om voordelig reizen, belastingvoordelen of gereduceerde tarieven voor culturele activiteiten, elk beetje helpt. Neem de tijd om uit te zoeken waar u recht op heeft – het kan u aanzienlijk schelen!

Een onschuldig kuchje kan uitgroeien tot een groot probleem als het niet overgaat. Chronisch hoesten is niet alleen vermoeiend, maar kan ook uw sociale leven ernstig beïnvloeden. Longarts dr. Jan Willem van den Berg, die zich al jaren inzet voor mensen met langdurige hoestklachten, biedt hoop voor patiënten met deze slopende aandoening.

Wanneer wordt een hoest chronisch?

Een kuchje begint vaak als iets kleins. U probeert uw keel te verzachten met een dropje, hoestdrank of honing, of u besluit te stomen. Wanneer de hoest echter aanhoudt, worden deze huis-, tuin- en keukenmiddelen steeds minder effectief. Na acht weken spreken we officieel van chronische hoest. Toch wachten mensen gemiddeld meer dan acht jaar voordat ze gespecialiseerde hulp zoeken, zo vertelt dr. Van den Berg.

Eerste stappen bij de huisarts

Wanneer u uw huisarts bezoekt, zal deze allereerst kijken naar mogelijke oorzaken zoals roken, medicijngebruik, astma, ontstekingen in de bijholtes of maagzuurproblemen. Veel van deze oorzaken zijn gelukkig goed te behandelen met bijvoorbeeld een inhalator of een kortdurende medicatiekuur. Tegenwoordig zijn artsen terughoudender met het voorschrijven van maagzuurremmers. Uit recent onderzoek blijkt dat hoesten zonder andere maagzuurklachten vaak niet door ‘stil maagzuur’ wordt veroorzaakt.

Wat als er geen oorzaak wordt gevonden?

Wanneer er geen duidelijke oorzaak naar voren komt, kan het lijken alsof u er maar mee moet leren leven. Dat is een misvatting, stelt dr. Van den Berg. Chronisch hoesten heeft vaak een grotere impact dan men zich realiseert. Het kan uw energie uitputten, uw nachtrust verstoren en uw sociale leven beperken. Daarnaast kunnen fysieke ongemakken, zoals urineverlies tijdens hoestbuien, een rol spelen.

De rol van de hoestpolikliniek

Als u wordt doorverwezen naar een hoestpolikliniek, zoals die in Isala Zwolle, begint het traject met een uitgebreide vragenlijst. Tijdens het consult bespreekt de arts uw antwoorden en voert een reeks onderzoeken uit, waaronder röntgenfoto’s, bloedtesten en longfunctietesten. In sommige gevallen wordt aanvullend onderzoek gedaan, zoals een bronchoscopie of een zuurmeting in de slokdarm. Met deze grondige aanpak kan in de meeste gevallen een behandelbare oorzaak worden vastgesteld of uitgesloten.

Wat als er geen medische oorzaak is?

Wanneer er geen aanwijsbare medische oorzaak wordt gevonden, blijkt vaak dat uw hoestzenuw overprikkeld is geraakt. Dit betekent dat u reageert op prikkels waar anderen geen last van hebben, zoals geuren, temperatuurwisselingen of lachen. Hoewel dit aanvankelijk ontmoedigend kan klinken, biedt het ook duidelijkheid: u weet eindelijk wat er speelt.

Behandelopties voor een overspannen hoestzenuw

Logopedie kan effectief zijn bij het behandelen van een overgevoelige hoestzenuw. Hierbij leert u onder begeleiding van een specialist anders ademhalen en slikken, waardoor de prikkels minder invloed hebben. Hoestpoliklinieken werken vaak samen met gespecialiseerde logopedisten en bieden bovendien trainingen op dit gebied.

Een nieuw medicijn tegen chronisch hoesten

Tot voor kort waren medicijnen tegen chronisch hoesten vaak belastend door bijwerkingen zoals sufheid en duizeligheid. Een nieuwe medicatie, die specifiek gericht is op het blokkeren van de hoestzenuw, brengt daar verandering in. Dit medicijn veroorzaakt geen slaperigheid en heeft als enige bijwerking een mogelijke smaakstoornis. Meestal verdwijnen deze effecten zodra u stopt met de medicatie. Het goede nieuws is dat u dit middel vaak maar drie maanden nodig heeft om de hoestzenuw tot rust te brengen.

Hoestpoliklinieken in Nederland

Naast de hoestpolikliniek in Isala Zwolle zijn er ook gespecialiseerde centra in Geldrop en Delft. Dit jaar is zelfs een nieuw centrum geopend in Leuven. Dr. Van den Berg, die in 2004 de eerste hoestpolikliniek in Nederland oprichtte, speelt een belangrijke rol in het ontwikkelen van nieuwe inzichten en richtlijnen op het gebied van chronische hoest.

Dankzij deze vooruitgang wordt chronische hoest steeds meer erkend als een aandoening op zichzelf, en niet slechts als symptoom van andere ziekten. Voor patiënten betekent dit dat er steeds meer hoop is op verlichting.

 

Na uw zestigste kan het lastig zijn om een gezond lichaam te behouden, en vetpercentage speelt daarbij een belangrijke rol. Vaak horen we dat we ‘in vorm’ moeten blijven, maar wat betekent dat precies als we het over lichaamsvet hebben? 

Lichaamsvet heeft een aantal essentiële functies die cruciaal zijn voor een gezond lichaam. Het is niet zomaar een overtollige stof die we moeten vermijden, integendeel.

Vet dient als:

  1. Energieopslag: Het lichaam slaat overtollige calorieën op in de vorm van vet. Op die manier kan het later kan worden gebruikt als energie wanneer voedsel schaars is of tijdens fysieke inspanning.
  2. Bescherming van organen: Vet vormt een beschermende laag rond vitale organen zoals het hart, de nieren en de lever. Deze zijn daardoor minder kwetsbaar voor letsel.
  3. Warmteregulatie: Vet helpt het lichaam de temperatuur te reguleren door warmte vast te houden. Dit is met name belangrijk voor ouderen, die vaak een grotere gevoeligheid voor kou ontwikkelen.
  4. Hormoonproductie: Vetweefsel speelt een rol bij de productie van hormonen zoals oestrogeen, dat ook na de menopauze van belang blijft.

Gevaren van te veel of te weinig vet

Net zoals te veel lichaamsvet nadelige gevolgen heeft, is ook een tekort aan vet niet zonder risico’s.

  1. Te veel vet: Overtollig lichaamsvet kan leiden tot een reeks gezondheidsproblemen, waaronder hart- en vaatziekten, diabetes type 2 en hoge bloeddruk. Vooral visceraal vet (het vet dat zich rondom de organen ophoopt) verhoogt het risico op deze aandoeningen. Naarmate we ouder worden, is de kans groter dat we overtollig vet opslaan in deze gevaarlijke gebieden. Bovendien kan overgewicht de gewrichten extra belasten, wat kan leiden tot artritis of rugklachten.
  1. Te weinig vet: Hoewel minder vet vaak wordt geassocieerd met een gezond uiterlijk, kan een te laag vetpercentage even schadelijk zijn. Vet speelt een belangrijke rol bij de aanmaak van hormonen, en een tekort kan leiden tot hormonale disbalans, botontkalking (osteoporose) en een verzwakt immuunsysteem. Vooral vrouwen lopen het risico op botverlies als ze te weinig vet hebben, wat kan leiden tot breuken.

Wat is een gezond vetpercentage voor 60-plussers?

De hoeveelheid vet die als ‘gezond’ wordt beschouwd, verschilt op basis van leeftijd en geslacht. Met het ouder worden, vertraagt het metabolisme en neemt de spiermassa af, wat de verhouding tussen vet en spiermassa kan verstoren. 

Over het algemeen geldt voor mensen boven de 60 jaar dat een vetpercentage van:

– Voor mannen: Tussen de 18% en 24% als gezond wordt beschouwd.

– Voor vrouwen: Een gezond vetpercentage ligt tussen de 25% en 31%.

Maakt het uit of u een man of een vrouw bent?

Ja, het maakt zeker uit of u een man of een vrouw bent wanneer we het hebben over vetpercentage. Vrouwen hebben van nature meer vet dan mannen, omdat dit nodig is voor reproductieve functies en hormonale processen. Zelfs na de menopauze, wanneer de oestrogeenproductie afneemt, blijft een hoger vetpercentage voor vrouwen gezond in vergelijking met mannen.

Daarnaast slaat het lichaam van mannen en vrouwen vet op verschillende plaatsen op. Mannen hebben de neiging om meer vet rondom hun buik op te slaan (visceraal vet), wat hen vatbaarder maakt voor hart- en vaatziekten. Vrouwen slaan over het algemeen meer vet op rond de heupen, dijen en billen, wat minder schadelijk is voor de gezondheid.

Een gebalanceerd vetpercentage

Voor 60-plussers draait het niet om een ‘perfect’ lichaam, maar om gezondheid en vitaliteit. Een gezond vetpercentage kan helpen bij het voorkomen van ziekten, het behouden van energie en het ondersteunen van een actief leven. Zowel te veel als te weinig vet brengt gezondheidsrisico’s met zich mee, en het is daarom belangrijk om in balans te blijven. Kortom, hoewel het vetpercentage met de jaren toeneemt, is het voor uw gezondheid belangrijk dit binnen een gezond bereik te houden. Dit kan door middel van een evenwichtige voeding en regelmatige beweging. Blijf vooral in contact met uw arts om te bepalen wat voor u het ideale vetpercentage is en welke methoden het beste werken om dit te monitoren. Zo houdt u uw lichaam en geest gezond, ook op oudere leeftijd.

Hoe berekent u uw vetpercentage?

Uw vetpercentage is de verhouding tussen de hoeveelheid vet in uw lichaam en uw gewicht. U kunt dit laten meten door een arts of zelf doen, met behulp van speciale apparatuur. Denk aan een speciale weegschaal of een huidplooimeter (ook wel caliper genoemd). Deze huidplooimeter kan analoog, maar ook digitaal zijn. U pakt een huidplooi in uw middel, u houdt deze huidplooi tussen de uiteinden van de huidplooimeter en dan krijgt u een indicatie van uw vetpercentage.